Aan dit nummer werkten o.m. mede:
herman van den bergh. (zie het januari-nummer).
l.th. lehmann. Geb. 1920. Studeerde rechten en Perzisch te Leiden. Publiceerde de dichtbundels Dag- en Nachtlawaai (1940), Subjectieve reportage (1940), Schrijlings op de horizon (1941), Het Verbreken, onder ps. S. Colmar (1944), Gedichten (1948), Het Peillood (1956). Een keuze uit zijn eerste bundels verscheen onder de titel Verzamelde Gedichten in 1947. Hij publiceerde ook vertalingen en de roman De Pauwenhoedster (1955).
m. mok. Geb. 1907. Episch en lyrisch dichter. Schreef ook enkele romans. Poëziechroniqueur van Het Algemeen Handelsblad. Van zijn epische gedichten werden vooral bekend Exodus (1938), Kaas- en broodspel (1938), De Vliegende Hollander (1941) en De Spoorwegstaking (1953). Binnenkort verschijnt zijn nieuwe bundel lyriek Stormen en Stilten.
h.m. van randwijk. Geb. 1909. Was tot 1949 hoofdredacteur van het weekblad ‘Vrij Nederland’, thans directeur van de uitgeverij De Brug-Djambatan. Publiceerde de romans Burgers in nood (1935) en Een zoon begraaft zijn vader (1938), enkele bundels poëzie en een bundel reisverhalen Zeewaarts Zuidwaarts (1939) in samenwerking met Jan H. de Groot.
m.h.j. verjans. Geb. 1902. Leraar Nederlands aan de R.K.H.B.S. te Hoensbroek.
leo vroman. (zie het februari-nummer).