De Gids. Jaargang 117(1954)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 124] [p. 124] Willem Brandt Spleen Niemand ter wereld is zo zeer alleen dan wie de eenzaamheid der tropen kende, en toen de steven zich naar Holland wendde in Amsterdam komt en hij kent niet een. Want die hij kent herkennen hem niet meer, zij gaan gehaast achter hun eigen zorgen; ik zie je nog wel, morgen, overmorgen, de andre keer is steeds een andre keer. Voortlevend in een hoed, een regenjas, marcheert men doelloos door de volle straten; de jungle is niet zo volstrekt verlaten als dit verkeer achter onbreekbaar glas. God geve ons gezichten en een stem. Als op de Dam nu eens wat apen stoeiden, de leguanen door de grachten roeiden en er een krokodil stond op de tram. Vorige Volgende