De Gids. Jaargang 117
(1954)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
Jac. den Haan
| |
[pagina 39]
| |
bliceerd. In Helikon 1931, 1932 en in Groot Nederland van 1937 heb ik die spaarzame gedichten opgespoord; het luchtige, Franse vers voor Daphné, de Zeven verzen voor mijn broer Paul, een epitaaf van Gérard de Nerval. Het is geen grote dichtkunst; het is een beginnend tasten, vooral in de latere verzen ziet men de schaduw van Valéry; een zoeken naar vorm in zijn rijmloze vers, dat nog stroef is. Op een Zaterdagochtend, toen hij uit Groningen wegging, heeft hij mij een boekje ten geschenke gegeven. Het is een uitgaafje, dat hij zelf verzorgd heeft. Een Swinburne, Dolores, gezet uit een sierlijke cursief en voorzien van voorname, sobere illustraties van John Buckland Wright. Achterin staat: ‘From a friend of the illustrator and printer’, als enige aanwijzing; daarboven een tekening met de drie raven, die naar ik meen, in het wapen van monsieur Emile voorkomen. Dezelfde binder, die zijn boeken verzorgde, heeft later deze Swinburne voor mij gebonden, in halfleer, met het vereiste aantal ribben naar ik hoop. Monsieur Emile is daarna min of meer uit mijn gezichtskring verdwenen. Hij heeft een tijdje in Deventer gewoond, de geneugten van die oude stad en de oude gelagkamer, waar hij placht te eten, heeft hij me nog eens beschreven; daarna is hij, meen ik, naar Leiden gegaan. Toen heb ik gehoord, dat hij gearresteerd was en hielden alle berichten op. Ik heb me dikwijls afgevraagd, wat hij in die laatste maanden gelezen heeft. Wat hij die laatste avond gelezen heeft. Zijn Religio Medici van Sir Thomas Browne, waaraan hij gehecht was? Montaigne, die het niet wist en in wie hij daarom geloofde? Of toch nog weer in Villon.... ‘De telz ordures te reculles....’? Ik weet het niet. Onlangs heb ik de Dolores er nog eens op nagezien. Het sierlijke boek, in halfleer en met de ribben. Achterin is een bericht geplakt uit een krant. Uit een krant, die hij niet meer wilde lezen en waar hij nu zelf in staat. Een krant van 30 Juli 1943, met het korte, stompzinnige bericht: ‘De Dienststelle van den Wehrmachtsbefehlshaber in Nederland maakt bekend.... wegens begunstiging van den vijand.... door een krijgsraad ter dood veroordeeld.... het vonnis is met den kogel voltrokken....’ Als hij Zaterdag weer langs komt, zal ik hem al het nieuws moeten vertellen en hem moeten uitleggen van de snipperdag. Dan zal hij zeggen, met dat tikkeltje spot om het feit, dat ik zo ‘bij’ ben: ‘Snipperdag.... wel, wel! Snipperdag.... schipperdag.... wat een áárdig idee! Alleen.... eh .... ik hoop maar, dat men het niet erg vindt, dat ik liever maar niet meedoe....’Ga naar voetnoot+ |