De Gids. Jaargang 116(1953)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 342] [p. 342] Lou Vleugelhof Winterse boer Ik ben een zeeuw mijn vreugden zijn gezolderd als korenschoven ernstig en rechtzinnig mijn trots reikt hoger dan de hanebalken en afgunst weer ik af met bliksemleiders ik ben de overgave van het koren aan wannershanden en ik pel mijn angsten als vliezen kaf van mijn verhulde ogen ik tel mij uit in schepels zelfvertrouwen met bronst van hooibroei in mijn winterblikken daag ik de god van muffe bijbelgeuren uit zijn vergrauwde boezeroenen luchten en weerprofetisch men ik de seizoenen mijn onrust staat geblokstaart in de stallen en veulendrachtig zijn mijn voorgevoelens mijn rampspoed is een onderhuidse horzel die larven uitbroeit in de paardenlijven ik haal de roskam door mijn muizenissen klinketten zeewind door mijn schimmelgeuren door resten hoofdkaas vreten zich de maden van mijn geduld een doortocht naar het voorjaar Vorige Volgende