stelconferentie althans in Juni a.s. zal volgen. Het lijkt er naar, of het eene toezegging in dezen zin aan Duitschland heeft gedaan of althans voorgespiegeld.
Dat er onderwijl weder een zitting van den Volkenbondsraad is geopend, trekt nauwelijks de aandacht meer. In den tijd dat Chamberlain, Briand en Stresemann elkander daar plachten te ontmoeten, werden er te Genève zaken gedaan; - in de afgeloopen maanden hebben de ministerpresidenten elkander direct in elkanders hoofdsteden bezocht (zonder dat deze methode tot dusver eenige heugelijke gevolgen heeft opgeleverd), en nu blijven zij van de Raadszitting weg; slechts Polen, Spanje en Zuidslavië zij daar nu door hun ministers van buitenlandsche zaken vertegenwoordigd. De Raad gaf te kennen dat hij hoopte, bij een volgende gelegenheid Briand terug te zullen zien (wiens titel van permanent gedelegeerde van Frankrijk voor ditmaal een klank is gebleven), en heeft verder kunnen constateeren ‘dat de staatkunde der Chineesche en Japansche regeeringen niet gewijzigd is’. Japan herhaalt dat het geen annexatiegedachten koestert en ‘natuurlijk’ Mantsjoerije (behalve de spoorwegzone) weer ontruimen zal, zoodra het bandietenwezen daar geen maatregelen van zelfverdediging meer noodzakelijk maakt, ‘doch de ontruiming zal niet zoo snel kunnen geschieden als men in September wel aangenomen had’. Nu Japan de reinigingstaak eenmaal ter hand genomen heeft, zal het die voltooien: men kan niet de kans loopen er een ander jaar opnieuw mede te moeten beginnen. Het rapport der commissie van onderzoek moge onderwijl den Raad in staat stellen, ‘op bevredigende wijze de aangelegenheden van Mantsjoerije te bespreken’. (Van Chineesche zijde intusschen eene klacht, dat deze commissie van onderzoek nog niet eens is vertrokken). En middelerwijl breidt het Japansch-Chineesch conflict zich uit tot Sjanghai; een nieuwtje door Paul Boncour met den lieven wensch bejegend, dat men toch alsjeblieft voorzichtig zal zijn....
Brüning's poging om de verkiezing van een Rijkspresident van het volk naar den Rijksdag over te brengen, is op de weigering van Hitler en Hugenberg afgestuit. Thans doet Brüning