De Gids. Jaargang 95(1931)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 341] [p. 341] Sebastiaan Hij voelde hoe het lijf allengs bezweek En neeg, neeg naar een duister, zacht en groot. Maar nog vernam hij, sidderend, het week Zoemen van pijlen, ijlboden des doods, Hem roekloos roovend 't klare, levend bloed, Dat hij niet geven, nog niet geven wilde. - Toen brak hij neer, als in een laatsten groet Buigend de broze knieën en verstilde. Zij lieten 't lichaam in de koorden achter En geen zag bij het snelle heengaan om. - Scheemring woei aan - Het bloed sijpelde zachter - Tusschen de bergen daalde, rood, de zon. Jan H. Eekhout Vorige Volgende