tot opvolger van den edelen staatspresident van den Oranje-Vrijstaat F.W. Reitz, die kort voor den inval door hardnekkige slapeloosheid zich genoopt had gezien tot aftreden, heeft de toen 39-jarige Theunis Steyn - want bij zijn tweeden, echt Hollandschen doopnaam werd hij door zijn magen genoemd - dadelijk het door zijn voorganger in 1889 gesloten verbond der beide republieken bevestigd en uitgebreid. Het doel was niet alleen de broeders aan de overzijde der Vaal te steunen tegen onrecht, maar evenzeer om vijandelijkheden te voorkomen. ‘Vergeet toch nooit’, hield hij mij voor, ‘bij uw arbeid voor het gemeenebest, dat Zuid-Afrika een kooi is met een Hollandschen vogel erin en een Britschen, die daarin voor goed zijn opgesloten; het is hun belang in vrede saam te leven.’ Het uiterste beproefde hij dus als bemiddelaar. Doch toen dit vruchteloos bleef en de dolk werd opgeheven naar het hart der zuster, heeft hij, het gegeven woord getrouw, zijn volk opgeroepen te wapen.
‘Ik verlies liever mijn leven dan mijn eer,’ sprak hij toen in den volksraad en trok met zijn mannen ten oorlog.
Daar, op het veld, heeft hij onafgebroken met hen gestreden en geleden, meer dan twee en een half jaar lang, gedurende welke hij geen nacht een ander hoofdkussen had dan zijn zadel; en daar is hij, die, vurig republikein, zich in den aanvang van zijn ambtsbekleeding meer beschouwd had als uitvoerder van den wil des volks dan als de leider, voor hen geworden de ongekroonde koning, naast God hun schild ende betrouwen. Zoolang hun president vocht, vochten de Vrijstaters. En toen na de bezetting door den vijand van al zijn dorpen, gewichtige stemmen tot hem spraken van overgave, vóórdat ook Transvaal zou zijn verwoest, toen zond hij daarheen dat gedenkwaardige telegram, betoogende dat hieraan zelfs niet mocht worden gedacht; thans eerst was het oogenblik gekomen om te toonen dat men een man was en de onafhankelijkheid waardig; het nageslacht moest men fier in de oogen kunnen zien. Aldus heeft hij de toekomst van het volk der Boeren gevest op den hoeksteen van achting voor zichzelf.
De president heeft stand gehouden, totdat zijn lichaam gebroken terneder lag, toen de doodsklok luidde voor wat hem dierbaarder was dan het leven, 's lands onafhankelijkheid.