Eenige gezangen, van het Engelsch zendeling-genootschap tot uitbreiding van het Evangelie(1799)–Anoniem Eenige gezangen, van het Engelsch zendeling-genootschap tot uitbreiding van het Evangelie– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Verlangen naar de uitbreiding van het Evangelie. Wyze: psalm 66 en 118. 1. Slaat de oogen naar 't gebergte heenen, Met dikke duisternis omhuld; De toppen glooren! staakt uw weenen, 't Geen God beloofde wordt vervuld! Daar komt de heildag, 't jaar der vryheid, Wy zien hem aan de kimmen staan, Looft, Looft des Heeren milde goedheid! Het donker vliedt, het licht breekt aan. 2. O dat nu Indiaan en Mooren, Barbaaren, woest en onbeschaafd, De heerlyke overwinning hooren, Van 't bloed, dat onze harten laaft! Van pool tot pool klink' door de ryken, De lieflyke Evangelie toon! Van 't oost tot 't west doe 't heillicht wyken, Den naaren nacht, en heersch Gods zoon! 3. De zaligheid, om niet verkreegen, Word' in den vollen dag gezien! De naam des Vader allerwegen Gekend, bemind, vertrouwd, ontzien! Zoo ver, Immanuël! de paalen Zich strekken, van uw land, - deez' aard' - Zoo verre hoor' men haast verhaalen, Wat Gy voor ons zyt, voor ons waart. [pagina 2] [p. 2] 4. O magtige Evangelie - woorden! Spoedt voort, spoedt voort en overwint! Och, dat u alle menschen hoorden, De zwakke gryzaard, 't staamlend kind! Spoedt voort, uw Scepter heersch alomme, Geheel het aardryk word' verlicht! Vervuld, bedekt met heiligdommen, Voor Jesus onzen Heer gesticht. Vorige Volgende