Gezangen die gewoonlyk in den heiligen vastenstyd gebruykt werden(ca. 1800)–Anoniem Gezangen die gewoonlyk in den heiligen vastenstyd gebruykt werden– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Stabat Mater dolorosa: Op de Toon pag. 20. 21. 22, 23. en 49. NAast het Kruis met tranend oogen, Stond de Moader met meêdogen, Daar haar lieve Zoon aanhing, Welkers droeve ziel vol zugten, Door het zwaart van ongenugten, In veel smert de wonde ontfing. Och wat moest al droefheid lyden: d'Alderhoogst gebenedyden, Moeder van Gods eenig kind? Ziet haar zidderen, ziet hier kwynen, Ziet haar kermen, om de pynen! Daar zy haaren Zoon in vind. Och wat mensch en zou niet weenen? Ziende Jezus Moeder steenen. In zoo groote druk en hoon? Wie en zou zig niet erbermen? En bedroeft zyn, ziende 't kermen, [pagina 38] [p. 38] Van de Moeder om den Zoon. Zy zag hoe veel smert, en stramen Voor de Zondaars al te zamen. Hy gegeesselt is geweest, En hoe hy het leven enden: In de grootste en zwaarste ellenden; Geevende aan God den Geest. Ei! ô Moeder bron van minnen! Doe gevoelen al myn zinnen, Uwen druk, en Jezus pyn! Doet myn killend hert meê blaaken, En des Heilands liefde smaaken, Om hem aangenaam te zyn. Heilig boven alle Moeders, Prent de woede des behoeders, Op het kragtigst in myn hart; Deel met myn uws Zoons kwetzuuren, Die gewaardigt te bezuuren: Voor my zo veel pyn, en smart. Doet my waarlyk met u schreyden, En gevoelen meê het lyden, Des gekruisten, 't leven lang, U aan 't Kruis gezelschap houwen, En meê smerten in uw rouwen, Is het geen dat ik verlang. Maagt der Maagden nooit volprezen, Wilt my niet afgunstig wezen, Maar doen weenen meê met u, En des Heilands Kruis meê dragen. En zyn Wonden, dood en plagen, Denken, en medeelen nu. Kwest myn hart door Jezus Wonden, Op dat 't dronken, en verslonden: Zy in liefde tot het Kruis, En dan brandend tot myn voordeel, Word door U beschermt in 't Oordeel: Tegens al het hels gespuis Dat des Heilands Kruis my spaaren, [pagina 39] [p. 39] En zyn pyn en dood bewaaren, En genaade my vertroost, En als 't lighaam komt te sterven, Dan de Ziei den Hemel erven, Voor een zaligryken oost. Amen. Vorige Volgende