| |
| |
| |
Bibliografie 2001-2003
(met aanvullingen voor 2000)
1. Zelfstandige publicaties
P. Arents, Guido Gezelle bibliografie; heruitgeg. en van registers voorz. door M. de Schepper & L. Fonteyne; met een inl. over de auteur door A. Thijs. Antwerpen, 2002. 233 blz. [Speciaal nummer van:] Gezelliana 11-12 [i.e. 12-13] (2000-2001).
Bekwame getuigen. Een brief aan Alfons Janssens. Guido Gezellegenootschap, 2002. [10 blz.].
Zie Kroniek 2000-2003.
J. Boets, Gezelles zelfstandige publicaties. Aanvullingen (A) en Verbeteringen (V) van ‘Gezelles zelfstandige publikaties’, Antwerpen 1979. Schoten, [Jozef Boets], 2003. 24 p., ill. (Duiten en dukaten. Publicaties van de Guido Gezellekring, nr. 2).
Echo's; (samenst.) D. Willockx. [Themanummer van:] Gezelliana 14 (2002) 2 - 15 (2003) 1 [versch. 2003]. 147 blz.
G. Gezelle, Poëzie en proza; bezorgd door P. Couttenier en A. de Vos. Amsterdam, Bert Bakker, 2002. 536 blz. Delta.
Zie Boekbeoordelingen.
J. van Iseghem, Gezelle vertaald. Een meertalige bloemlezing. Kapellen, Pelckmans, 2003. 160 blz.
| |
2. Bijdragen in tijdschriften, handboeken en bundels
J. Baert, ‘Aen den tijd, die immer voort moet gaan...’, in: Ambrozijn 18 (2000-2001) 2 (2000), 18-21.
Over artistieke creaties n.a.v. het Gezellejaar.
M. Bastiaensen, Un poeta ferrarese in Belgio. Mario Mazzolani (1877-1944). Bruxelles, Institut Historique Belge de Rome, 2000, 293 blz. Bibliothèque [de l'] Institut Historique Belge de Rome, 44.
Monografie over de Italiaanse dichter die ook Gezelle vertaalde (zie Gezelliana 1998-99).
| |
| |
H. Boer, ‘Twee zonen, twee moeders’, in: Toal en taiken. Tiedschrif veur Grunneger kultuur 18 (2000) 5 (september-oktober), 279-282.
‘Mouderke’ (1951) van de Groninger Jan Boer vergeleken met ‘De moeder’ van Gezelle.
J. Boets, ‘November bij Gezelle’, in: Wat is er van november? Van Halloween tot Sint-Andreas; (samenst.) Luc van Liedekerke. Roosdaal, Scholengemeenschap Sint-Franciscus, 2000, 154-156.
J. Boets, ‘In het spoor van Reynaert op zoek naar Gezelle’, in: Tiecelijn 13 (2000) 2, 70-77.
J. Boets, ‘Het handschrift van Het gulden vlies’, in: Biekorf 101 (2001) 2 (juni) 106-113.
J. Boets, ‘Prof. R.F. Lissens en Guido Gezelle’, in: Twee feestredes voor Prof. R.F. Lissens. [S.l.], Guido Gezellegenootschap, 2002, 5-18.
M. Braet, ‘Families De Riemaecker, Devrieze en Gezelle te Ruiselede’, in: Oud Ruysselede 18 (2001) 4 (oktober), 187-197.
L. van den Briele, ‘Kunstenaars uit 22 landen vonden inspiratie in leven en werk van dichter Guido Gezelle’, in: Boekmerk (2000) 1, 5-13.
G. Buelens, ‘Laaglandse Luddites. Twee eeuwen landleven bij Guido Gezelle en H.H. ter Balkt’, in: Echo's. [Themanummer van:] Gezelliana 14 (2002) 2 - 15 (2003) 1, 100-127.
P. Claes, ‘Stapstenen van Guido naar Hugo’, in: Echo's. [Themanummer van:] Gezelliana 14 (2002) 2 - 15 (2003) 1, 41-43.
P. Couttenier, ‘Gezelle “indomptable” genoemd. Bij een brief van architect Jean Baptist de Bethune’, in: Gezelliana 14 (2002) 1, 119-124.
P. Couttenier, J. Pauwels, ‘Nieuw licht op de postume publicaties van Gezelle: documenten uit de nalatenschap van Stijn Streuvels’, in: Gezelliana 14 (2002) 1, 62-78.
B. Denys, ‘Guido Gezelle en de familie Van Caloen’, in: V. van Caloen, J. van Caloen, J. Braet, Het Kasteel van Loppem. Oostkamp, Stichting Kunstboek, 2001, 50-57. [Bestaat ook in het Frans].
E. Depuydt, ‘Gezelle on line. De digitale ontsluiting van de nalatenschap van Guido Gezelle’, in: Bibliotheek- & archiefgids 79 (2003) 2 (april), 24-29.
L. Devliegher, ‘In het geboortehuis van Guido Gezelle’, in: Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis 137 (2000) 1-2, 183-186.
J. Dewilde, ‘Guido Gezelle en de muziek’, in: Lexicon van de muziek in West-Vlaanderen. Dl. 2; (red.) A. Defoort. Brugge, Vereniging van West-Vlaamse Schrijvers, 2001, 29-38.
| |
| |
J. D'hondt, ‘Guido Gezelles geboortehuis in de 18de eeuw’, in: Brugge die scone 22 (2001) 1 (maart) 10-11.
B. Dooms, Een gezonde noordervorst. Vlaamse visies op Noorse literatuur tussen 1830 en 1914. Kapellen, Pelckmans, 2001, 125 blz. Norvegica-reeks, nr. 1.
Bevat hoofdstukken over ‘Guido Gezelle en zijn kring’ en ‘Guido Gezelle: Een Noordsch en Vlaemsch Messeboekske’.
G. Dorleijn, ‘Gezelle via Ouwens’, in: Echo's. [Themanummer van:] Gezelliana 14 (2002) 2 - 15 (2003) 1, 77-96.
K. Fens, Het licht in de schaduw. Het einde van de grote metaforen. Kellendonklezing 2002. [Nijmegen], Nijmegen University Press, 2002. 19 blz.
Enkele gedichten van Gezelle worden betrokken in een uiteenzetting over het verdwijnen van een gesloten en christelijke verbeeldingswereld.
G. Gheysen, ‘Aan tafel met Gezelle’, in: Biekorf 102 (2002) 4 (december), 302-308.
G. Gheysen, ‘Weerdschap of aan tafel met Gezelle’, in: De Leiegouw 45 (2003) 2, 163-184.
G. Hellemans, ‘Mijn visie op het beeld van Gezelle en (van) Jan Fabre’, in: Rijmtijd (2000) 32 (maart), 28-29.
O. Heynders, ‘Bomen in gedichten van Guido Gezelle en Rainer Maria Rilke. Een comparatistische lectuur in het voetspoor van Jan Kamerbeek jr.’, in: Echo's. [Themanummer van:] Gezelliana 14 (2002) 2 - 15 (2003) 1, 23-38.
R. Jacobs, ‘Een duik in het verleden’, in: Aktief. Maandelijks tijdschrift Frans Masereelfonds 25 (2000) 2 (maart-april), 20-25.
Over het Gezellejaar n.a.v. publicaties van J. van Iseghem.
M. Janssens, ‘Met Gezelle in Tilburg’, in: Literatuur 17 (2000) 5 (september-oktober), 294-295.
M. Janssens, ‘Terugblik op het Gezellejaar 1999. Doktortjie en Dichtertje, in: Literator. Tydskrif vir besondere en vergelykende taal- en literatuurstudie 22 (2001) 1 (april) 27-37.
L. Jordan, ‘Guido Gezelle. Selbstbehauptung von Region durch Sprache und Literatur’, in: Europa der Regionen. Texte zum vierten Österreichisch-Niederländisch-Flämischen Somerkolleg zum Thema ‘Europa der Regionen’ in Stadtschlaining, 15.-29. Juli 2000; (Hg.) Herbert van Uffelen, Christine van Baalen. Wien, Institut für Germanistik/Nederlandistik, 2001, 30-36. Wiener Broschüren zur niederländischen und flämischen Kultur, 11.
| |
| |
A. Keersmaekers, ‘Pallieter las Gezelle...’, in: Liber amicorum Piet Tommissen. Vlaamse en Nederlandse vrienden schrijven voor hem. La Hulpe, APSIS, 2000, 172-187.
G. Komrij, ‘En durft gij mij’, in: G. Komrij, Trou moet blycken, of Opnieuw in liefde bloeyende. De Nederlandse poëzie van de twaalfde tot en met de eenentwintigste eeuw in honderd en enige gedichten. Amsterdam, Bert Bakker, 2001, 29-32.
A. Labis, ‘Ontsluiting van het Gezellearchief: reconstructie van brieffragmenten uit de Gezellecorrespondentie’, in: Gezelliana 14 (2002) 1, 107-118.
‘Lettre de Seuphor sur Guido Gezelle’, in: Archipel. Cahier international de littérature (2001), 106-107.
A. Lowyck, ‘De eerste huisbewaarster van het Guido Gezellemuseum’, in: Rijmtijd (2002) 36 (maart), 24-25.
H. Maes, ‘Guido Gezelle... en Deinze’, in: Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze 68 (2001), 311-319.
J. Pauwels, ‘“Groote boeken voor weinig geld”. De publicatiegeschiedenis van Guido Gezelle's dichtwerken’, in: Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis 9 (2002), 149-158, 198.
J. Pauwels, B. Rousseeuw, ‘Julius de Praetere als drukker en illustrator van Guido Gezelle’, in: Gezelliana 14 (2002) 1, 79-97.
A. Reitsma, ‘Guido Gezelle: mysticus en magiër op het breukvlak van twee eeuwen’, in: A. Reitsma, Het woord te vondeling. Een eeuw Nederlandse poëzie in zeventien portretten. Essays. Amsterdam, De Prom, 2002, 17-23. [Eerder in: Roodkoper. Onafhankelijk maandblad voor cultuur, religie en politiek 4 (1999) 6 (augustus) 17-23].
F. de Schutter, ‘“Daar viel 'ne keer een vliegsken in de koffie”. Servaas Daems o.praem., tijdgenoot, medestander, tegenstrever en... parodist van Gezelle’, in: Rijmtijd (2001) 34 [= 35] (augustus), 10-20.
R. Seys, ‘In memoriam Jozef van Dyck. Alsof geen dood ons scheidt’, in: Gezelliana 14 (2002) 1, 159-163.
L. Simons, ‘In memoriam Jan Persyn’, in: Gezelliana 14 (2002) 1, 156-158.
E. Spinoy, ‘Extase en ontnuchtering. Guido Gezelle en Herman de Coninck beyond discourse’, in: Echo's. [Themanummer van:] Gezelliana 14 (2002) 2 - 15 (2003) 1, 45-71.
P. Theunynck, ‘“Ik ben een blomme”... “Gij zijt een bloem”. Echo's van Gezelle bij Van de Woestijne?, in: Echo's. [Themanummer van:] Gezelliana 14 (2002) 2 - 15 (2003) 1, 5-17.
P. Theunynck, ‘“Een goede reklaam voor verkoop”. Guido Gezelle en het tijdschrift Werk’, in: ZL 2 (2002-2003) 4 (juli 2003), 34-44.
| |
| |
P. Thiers, ‘De hebbelijkheden van de familie Gezelle. Streuvels en zijn Kroniek van de familie Gezelle’, in: Heulespiegel (2002) 35 (juli), 2-12.
A. Thijs, ‘Prosper Arents (1899-1984) en de bibliografie van Guido Gezelle’, in: Gezelliana, 11-12 [i.e. 12-13] (2000-2001 [versch. 2002]), 6-16.
P. Thoen, ‘De vernieuwing van de humaniora. Sporen van de klassieken in Gezelles vorming, onderricht en werk’, in: Gezelliana 14 (2002) 1, 1-43.
J. Verheyen, ‘Een belangrijke vondst’, in: Rijmtijd (2000) 32 (maart), 30-31.
Betreft Gezelles handexemplaar van J. Grimm, Geschichte der deutschen Sprache (Leipzig, 1848, 2 dln.)
J. Vermeulen, ‘Honderd jaar droomduiding. Over volksverhalen, Gezelle en Claus’, in: De Leiegouw 42 (2000) 2 (juni), 151-174.
J. Vermeulen, ‘Guido Gezelle (1830-1899). Een onbekende Europeaan’, in: Twintig Bruggelingen in Europa; (samenst.) J. Meulemeester. Vlaanderen 51 (2002) 289 (januari-februari), 32-34.
E. Verstraete, ‘Gezelle en Novalis: dezelfde mystieke vonk’, in: Rijmtijd (2001) 34 (maart), 24-28.
P. Vincent, ‘Gezelle's local tongues’, in: Dutch crossing 24 (2000) 1 (Summer) 39-45.
A. de Vos, ‘Gezelle als taalpurist. Enkele aanzetten tot verder onderzoek’, in: Gezelliana 14 (2002) 1, 44-61.
J. Westenbroek, ‘Guido Gezelle (1830-1899) en de West[-]Vlaamse school’, in: Hoofdstukken uit de geschiedenis van de Vlaamse letterkunde in de negentiende eeuw; (red.) Ada Deprez, W. Gobbers, K. Wauters. Dl. 2. Gent, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 2001, 133-276. Studies op het gebied van de moderne Nederlandse literatuur, 4.
D. Willockx, ‘Gezelle in 29, 1 megabyte’, in: Gezelliana 14 (2002) 1, 98-106.
D. Willockx, ‘Bibliografie 2000’, in: Gezelliana 14 (2002) 1, 142-152.
D. Willockx, ‘Aanvullingen bibliografie 1999’, in: Gezelliana 14 (2002) 1, 153-155.
D. Willockx, ‘De tovenaar en de goochelaar. Guido Gezelle en Huub Beurskens’, in: Echo's. [Themanummer van:] Gezelliana 14 (2002) 2 - 15 (2003) 1, 130-145.
R. Witdouck, ‘Gezelliana uit Sint-Denijs’, in: Biekorf 103 (2003) 2 (juni), 168-170.
| |
| |
| |
3. Varia
N. Bemong, ‘Joz de Swerts, Godelieve Vandenbulcke en Aloïs Walgrave in de briefwisseling Stijn Streuvels-Joris Lannoo (1925), in: “Ik was een versnoekte kwâjongen in mijn tijd...”. (red.) M. de Smedt. Jaarboek Stijn Streuvelsgenootschap 7 (2001 [versch. 2002]), 299-328, 364-365.
R. de Bont, ‘“Onbeschaamde geleerden hebben zijn naaktheid betast”. Het vertoog over genialiteit, waanzin en degeneratie in België omstreeks 1900’, in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 117(2002), 46-76. [Overgenomen in: Degeneratie in België 1860-1940. Een geschiedenis van ideeën en praktijken. (red.) J. Tollebeek, G. Vanpaemel, K. Wils. Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2003].
In het kader van het wetenschappelijk pathografisch onderzoek van geniale individuen in België omstreeks 1900 komt (blz. 56-57) het onderzoek ter sprake van Gustaaf Verriest, hoogleraar inwendige ziekten te Leuven, die in 1901 op het Vlaams Natuur- en Geneeskundig onderzoek te Brugge zijn studie van de hersenen van het genie Gezelle voorstelde.
P. Couttenier, ‘Hem sprak de blomme een tale’, in: Universiteit Antwerpen 14 (2000) 45 (september), 2-5.
P. Couttenier, ‘Het Antwerpse Centrum voor Nederlandse Literatuurgeschiedenis (CNL)’, in: Neerlandica extra muros 39 (2001) 2 (mei), 45-48.
J. Fontier, ‘De eigentijdse beeldende kunst in Brugge 1945-1999. Een documentatie met kritische bedenkingen’, in: Kruispunt 41, nr. 183 (juni-sept. 2000), 195-199.
Overzicht van de Brugse initiatieven m.b.t. eigentijdse beeldende kunst tijdens het Gezellejaar 1999.
J. Fontier, ‘Michel Seuphor. Enkele facetten van zijn poëzie en zijn poëzieopvattingen’, in: Kreatief 36 (2002) 3-4 (september), 4-31.
Genealogie. Kwartaalblad van het Centraal Bureau voor Genealogie 9 (2003) 4(winter). Column.
Bert Lever, directeur van het Centraal Bureau voor Genealogie, rapporteert over de viering van het 50-jarig bestaan van de biologenvereniging Cyrinus natans van de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij gaat in op de naamgeving van de vereniging, die teruggaat op het bekende gedicht van Gezelle ‘Het schrijverke (Cyrinus natans)’. Hij corrigeert de Latijnse benaming: ‘Cyrinus natator’.
| |
| |
L. Gevers, ‘De heilige Lutgart als “patrones van Vlaanderen”. Evolutie van een religieus symbool van de Vlaamse identiteit in de 19de en 20ste eeuw’, in: Wetenschappelijke tijdingen 59 (2000) 1 (maart), 35-44.
G. Komrij, ‘Kost en inwoning’, in: NRC Handelsblad, 7 november 2002, Achterpagnia.
Bespreking van Gezelles onvoltooid gedicht ‘De jongen aan mijn vensterruit’.
J. van Meensel, ‘Servaas Daems und kein Ende’, in: Rijmtijd (2002) 36 (maart), 22-23.
F. de Schutter, ‘Het Gezellejaar van Marcel Janssens. Vermoeiend maar bemoedigend’, in: Rijmtijd (2001) 34 (maart), 15-19.
R. Seys, Pieter Lansens in een landschap van histories en miseries. Koekelare, Willemsfonds, 2001.
Met reproductie op blz. 92 van een brief van Pieter Lanssens aan Guido Gezelle, d.d. 5 maart 1855.
R. Vanlandschoot, Albrecht Rodenbach. Biografie. Tielt, Lannoo, 2002.
Zie Boekbeoordelingen.
B. Vanheste, De stad is woord geworden. Leeswandelingen door Antwerpen en Brugge. Amsterdam, Meulenhoff, 2002, 206 blz.
Zie Kroniek 2000-2003.
H. Vormgrimler, U. Bernauer, T. Sternberg, Boodschappers uit hogere sferen. De cultuurgeschiedenis van de engel. Leuven-[Kampen], Uitg. Davidsfonds-Kok, 2002.
In het overzichtswerk wordt in de aangepaste bijdrage van Herbert Vormgrimler over ‘De engelen in de filosofie en de poëzie’ een bladzijde gewijd aan engelenmotief in het oeuvre van Guido Gezelle.
L. Wils, Waarom Vlaanderen Nederlands spreekt. Leuven, Uitg. Davidsfonds, 2001.
Essay over verleden en toekomst van de situatie van het Nederlands in Vlaanderen, waarin o.a. de rol van de taalpolitiek van Gezelle en zijn bisschop Waffelaert te sprake komt en de invloed daarvan op het taalgebruik in (West-)Vlaanderen.
M. de Schepper & P. Couttenier
|
|