Gezelliana. Jaargang 8

[p. 103]

Kroniek 1995

- In 1995 kon de wetenschappelijke Gezellestudie zich verheugen op een promotie met een studie over het werk van Guido Gezelle. An De Vos, die haar onderzoek verrichtte op het Antwerpse Centrum voor Gezellestudie, promoveerde op 23 juni 1995 tot doctor in de Taal- en letterkunde bij de uia, Universiteit Antwerpen, met een proefschrift, getiteld: Gezelles ‘Gouden Eeuw’. De Zuidnederlandse zeventiende-eeuwse literatuur in het werk van Guido Gezelle. De verdiging vond plaats aan de ufsia. Naast ondergetekende als promotor, trad Prof. K. Porteman (kul) als co-promotor op. In haar literair-historische en intertextuele studie onderzoekt A. De Vos op systematische manier de raakpunten tussen Gezelles werk en de Zuidnederlandse 17de-eeuwse literatuur die in de Gezellestudie eerder als een randverschijnsel werden beschouwd. De resultaten bezorgen ons een nieuwe visie op de dialoog die Gezelle met de literaire traditie ondernam (zie verder: bibliografie).

- Op 6 april werd de bundel studies van Jan J.M. Westenbroek, Gezelle de dichter, voorgesteld in het gebouw van de Hogere Beroepenopleiding in Den Haag. Het is een uitgave van het Guido Gezellegenootschap, verdeeld door Uitgeverij Pelckmans, en mede mogelijk gemaakt door steun van de Stichting Dr. E. Kruisingafonds te 's-Gravenhage (zie bespreking in dit nummer).

- Het Guido Gezellegenootschap hield vergaderingen te Antwerpen op 29 april en 18 november 1995. In de voorjaarsvergadering sprak R. Van De Perre over gedichten die over Gezelle werden geschreven en L. Van Biervliet over Gezelle en Sutton. In de november-vergadering hield het nieuwe lid K. Platteau een lezing over Lauwers' en Gezelles vertaling van de Hiawatha. A. De Vos sprak over de inhoud van haar voltooid proefschrift over de Zuidnederlandse 17de-eeuwse literatuur in het werk van Gezelle. J.J.M. Westenbroek bracht het overleden medelid J.W. Schulte Nordholt in herinnering. De tekst van zijn ‘In Memoriam’ is opgenomen in dit nummer.

- In de loop van 1995 werden binnen het Departement Taal- en Letterkunde van de ufsia (Universiteit Antwerpen) besprekingen ge-

[p. 104]

voerd die hebben geleid tot een herschikking van de onderzoeksstructuren in het domein van de Nederlandse letterkunde. Per 1 januari 1996 is daar een nieuw Centrum Nederlandse Literatuurgeschiedenis (cnl) van start gegaan dat de rijke ufsia-traditie van literair-historisch onderzoek op het gebied van de Nederlandse letterkunde, nu verspreid over centra en individueel onderzoek, zal bundelen en verder uitbouwen. Naast de continuïteit met de domeinen van de vroegere centra, de Gezellestudie en het Renaissancedrama, is bij de start een derde zwaartepunt toegevoegd, de middeleeuwse lyriek. Leden zijn: P. Couttenier (directeur), A. De Vos, V. Fraeters, H. Meeus, G. Van Eemeren en F. Willaert. Adres: cnl, ufsia, Prinsstraat 13, B-2000 Antwerpen. Secretariaat: M.R. Goeman, L. Baeten, 030-2204286/91. (E-mail: [e-mail]).

- brt 3 organiseerde naar aanleiding van 25 jaar Radio Kortrijk twee rechtstreekse uitzendingen vanuit het Arenatheater te Kortrijk rond het thema ‘Van Gezelle gezongen. Een evokatie van de Kortrijkse periode van Gezelle’, onder de leiding van J.-P. Rondas. Op zaterdag 24 juni 1995 praatten H. Speliers, M. van der Plas, P. Thomas, P. Couttenier, K. Deprez en L. Gevers over ‘Kerk en taal te Kortrijk’. Voordracht door S. Milbou, zang door W. Vermandere en F. Van Hecke. Op zondag 25 juni werd er gesproken over ‘Taal en kerk in Kortrijk’, met Chr. D'haen, P. Couttenier, A. De Vos, P. Thomas, V. Nees en F. Agsteribbe. Zang door N. Verbrugghe, M. Pyck en Y. Saelens. Voordracht door S. Milbou.

- Op 30 maart 1995 werd in de Singel De hand van Guido gerealiseerd, een ‘ruimtelijke uitvoering’ op tekst van Guido Gezelle en met muziek van F. Agsteribbe en B. Buckinx. De productie, met simultane uitvoering door muzikanten en sprekers op vijf verschillende podia, was het resultaat van een samenwerking tussen de woorden muziekafdeling in het Conservatorium van Antwerpen.

- Op 2 september zong Koen De Cauter op teksten van Gezelle in de tuin van het Gezellemuseum te Brugge.

P. Couttenier