Een nieuwe start
Gezelliana, Kroniek van de Gezellestudie
In 1986 - '87 hebben vertegenwoordigers van het Gezellegenootschap en van het Centrum voor Gezellestudie geregeld van gedachten gewisseld over de wenselijkheid, de mogelijkheid, zelfs de noodzakelijkheid van een fusie van Gezelliana en Gezellekroniek. Waarom nog langer twee in grote mate parallel lopende tijdschriften in stand houden? Die besprekingen hebben tenslotte geleid tot een officiële overeenkomst tussen drie betrokken partijen: UFSIA/Centrum voor Gezellestudie, het Gezellegenootschap, De Nederlandsche Boekhandel/Uitgeverij Pelckmans.
Volgens art. 1 van dit akkoord, waarvan de uitvoering een aanvang neemt op 1 januari 1988, versmelten de twee tijdschriften tot één nieuw orgaan onder de titel Gezelliana, Kroniek van de Gezellestudie. Een benaming die nadrukkelijk de twee vroegere, bij de lezers vertrouwde componenten en de essentiële doelstelling in zich verenigt. Als uitgever zal voortaan UFSIA, dus de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius Antwerpen, fungeren, terwijl DNB/Uitgeverij Pelckmans zal zorgen voor o.m. distributie en publiciteit. In zekere zin versmelten ook de twee vroegere redacties, met dien verstande dat een gelijk aantal vertegenwoordigers van de UFSIA en van het Gezellegenootschap er deel van uitmaken. Daarom telt het nieuw team 2 × 8 leden. Voor UFSIA treden op: V. Claes, P. Couttenier, A. De Vos, J. Gerits, P. Pelckmans, L. Simons, F. Willaert en de beheerder academische aangelegenheden; voor het Genootschap: J. Boets, J. de Mûelenaere, A. Keersmaekers, R. Lagrain, R.F. Lissens, J. Persyn, J. van Dyck, J. Westenbroek. Binnen deze groep werd meteen een kernredactie gevormd: als voorzitter P. Couttenier (met ingang van 1988 directeur van het CGs.), A. Keersmaekers (voorzitter van het CGgen.), L. Simons (hoofdbibliothecaris UFSIA en belast met de coördinatie), A. De Vos (secretariaat).
Wat nu precies de oriëntatie van Gezelliana, Kroniek van de Gezellestudie zal zijn, is een kwestie die uitvoerig aan de orde zal komen in het eerste nummer en dat wordt verwacht in oktober 1988. Maar zeker is dat de inhoud zal bestaan uit wetenschappelijke bijdragen en uit leesbare essayïstiek van wetenschappelijk verantwoord niveau. Dit is een onontwijkbare norm, een conditio sine qua non, waarmee inzenders - en die zijn welkom - van studies, archivalische en bibliografische bijdragen rekening moeten houden.. Kopij kan worden bezorgd aan de voorzitter van de redactie, Prinsstraat 13, Antwerpen.