Gezellekroniek. Jaargang 11
(1976)– [tijdschrift] Gezellekroniek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nootschap, Kapellen, 1974, 216 blz. Bijdragen: G.P.M. Knuvelder, De levende Gezelle, (bl. 5-15) - J. Van Dyck, Terugblik op twaalf en een half jaar Guido Gezellegenootschap, (bl. 17-32) - J.J.M. Westenbroek, Engeland of Vlaanderen. Mgr. Malou en Gezelles idealen, (bl. 33-52) - W.F. Jonckheere, Gezelle en zijn herdichting van The Song of Hiawatha, (bl. 53-59) - B.F. Van Vlierden, De structuur van ‘O wilde en onvervalschte pracht’, (bl. 61-82) - Em. Janssen, Aloïs Walgrave, mijn oudleraar te Hoogstraten, (bl. 83-91). Archivalia: A. Demeulemeester, Onuitgegeven brief van Gezelle aan Mgr. Malou (18 september 1857), (bl. 95-107); Nog over Bruno Vanhove en Gezelle, (bl. 108-110); Westvlaamse collegeoversten en Gezelle, (bl. 111); Gezelle als geestelijke leider te Roeselare, (bl. 112); De laatste ontmoeting van Gezelle met Kardinaal Wiseman, (bl. 113-114) - K. De Busschere, ‘Woord voor woord uit het Provençaalsch’, (bl. 115-123) - J. De Mûelenaere, Sambacus Nigra L., (bl. 124-131) - K. De Busschere, Een ongebundeld jeugdgedicht van Guido Gezelle, (bl. 132-137) - C. D'haen, Wie is Margaret? (II), (bl. 138-139). Verder, Mengelmaren, (bl. 143-146), Boekbesprekingen (bl. 149-150) en Gezellebibliografie: J. Geens, Bibliografie 1968, 1969, 1970, 1971-72, (bl. 153-204); Passim over Gezelle 1967-1972, (bl. 204-212).
Gezellekroniek 10. Bijdragen en mededelingen van het Guido Gezellegenootschap, 1974, Kapellen, 208 blz. Bijdragen: Gezellesymposium 1 mei 1974 (Voorbereiding, Ochtendzitting, Middagzitting, Bijlagen), (bl. 7-45) - K. De Busschere, In memoriam Dr. R. De Coninck, (bl. 47-49) - Anton van Wilderode, Guido Gezelle, Homilie bij de Gezelleherdenking te Kortrijk op 8 oktober 1972, (bl. 51-55) - Em. Janssen, Guido Gezelles dichterlijke ouverture: ‘O 't ruisen van het ranke riet’, (bl. 57-67). Archivalia: A. De Cuyper, Guido Gezelles Eigen van de Vlaamse bisdommen. Uitgegeven met commentaar, (bl. 71-143) - C. D'haen, Inventaris Gezelle-archief, Brugge, (bl. 145-151). Boekbesprekingen, (bl. 155-191). Gezellebibliografie: J. Geens, Bibliografie 1971 en 1972, (bl. 195-203). Verder nog Mengelmaren, (bl. 206-207). K. MEEUWESSE, Gezelles Albumblaren. Uit de voorgeschiedenis van de bundel Gedichten, gezangen en gebeden. (Publikaties van het Guido-Gezellegenootschap. Monografieën en tekstuitgaven), De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen enz., 1974, 107 blz.
K. PLATTEAU, ‘The Song of Hiawatha. Overgedicht in 't Vlaamsch door Guido Gezelle’. Biografisch en literair, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KUL, 1974, I-VII, 242 blz.; bijlagen 1-29, fotokopieën I-XV, geïll.
W.G. VAN SENUS, Guido Gezelle. Levensloop en dichterschap, Vonksteen, Langemark, s.a., 136 blz., met prt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijdragen in tijdschriften en bundelsJ. ALER, Wagnis und Glück der Nachdichtung, in: Duitse Kroniek, jg. XXVI (1974), nr. 2-3-4, bl. 71-120.
J. BOETS, Gezelle op Geuzenjacht, in: Dietsche Warande en Belfort, jg. CXIX (1974), bl. 327-328.
A. BUSSELS, De Gilde van Sinte Luitgaarde van 1874-1878 en de verering van Sint-Lutgart, in: Sint Lutgart Patrones van Vlaanderen, Kataloog van de tentoonstelling, Brugge, 17-25 augustus 1974, bl. 9-33.
A. DEBOUTTE, Onze tentoonstelling 17-25 augustus 1974, in: Sinte-Lutgart, schutsvrouwe van Vlaanderen, speciaal tentoonstellingsnummer, jg. XVI (1974), bl. 34-45.
K. DE BUSSCHERE, 1875-1975. Gezelles aanwezigheid. De Vlaamsche Vlagge en Biekorf, in: Biekorf, LXXV (1974), bl. 195-208.
K. DE CLERCK, Frank Baur. Over Gezelle en Rodenbach, in: VWS-Cahiers, jg. IX (1974), nr. 1/A, 16 blz.
B. DECORTE, Met Guido Gezelle en Karel van de Woestijne langs de Leie, in: Bert Decorte, Per vers door Vlaanderen, Lannoo Tielt, 1974, bl. 68-77.
J. DE MUELENAERE, Gezelles Confraternity, in: Gezelliana, jg. V (1974), nr. 1-2-3-4, bl. 3-122.
M. DEWULF, Guido Gezelle en Hugo Verriest te St.-Niklaas op bezoek bij dichter Alfons Janssens en folkloriste Vrouw Weyn, in: Annalen van de Oudheidkundige Kring van het land van Waas, deel 77, (1974), afl. 1-2, bl. 128-133.
R. DUSAUCHOIT en G. CLAES, Vlaanderen kan Gezelle niet vergeten. Bij de 75ste verjaring van zijn overlijden, in: Gazet van Antwerpen, 5 december 1974; naar aanleiding van het artikel door N.N., Guido Gezelle stierf 75 jaar geleden. Vlaanderens priesterdichter nagenoeg in het vergeetboek, in: Het Belang van Limburg, 26 november 1974.
J. HUYGHEBAERT, F. CALLEWAERT, P. DEJONGHE, Geschiedenis van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Roeselare 1873-1973, Roeselare, 1974, 312 blz.; over Gezelle bl. 26-28, 31, 33, 36, 38, 56, 60, 121.
J. HUYGHEBAERT, Gezelle en ‘De Vlaemsche Jeugd’ (Roeselare), in: Biekorf, jg. LXXV (1974), bl. 42.
E. JANSSEN, Licht en schaduw op Guido Gezelle, in: De Periscoop, jg. jg. XXIV, (1974), nr. 3, bl. 2. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M. JANSSENS, Die dag en die roos, in: Dietsche Warande en Belfort, jg. CXIX (1974), bl. 581-582.
J.L., Roeselarenaren op het straatnaambord; Guido Gezelle, in: Het Wekelijks Nieuws, Poperinge, 12 april 1974.
L. RENS, Literatuur, 7.4. Westvlaams particularisme. Gezelle / Rodenbach, in: Compendium / Vlaanderen, kunst en wetenschappen, in: Winkler Prins Encyclopedie van Vlaanderen, deel V, 1974, bl. 39-40.
L. SIMOENS, Notes et discussions. R.M. Rilke et Guido Gezelle, in: Etudes Germaniques, jg. XXIX (1974), bl. 459-464.
J. VAN DE WEGHE, Over Epitafia en doodsprentjes, in: Heibel, jg. IX, maart-april 1974, bl. 42-55.
G. WALSCHAP, Schrijver en mens, in: Dietsche Warande en Belfort, jg. CXIX (1974), bl. 252-253.
A.W. WILLEMSEN, De Vlaamse Beweging. 1. van 1830 tot 1914, in: Twintig eeuwen Vlaanderen, deel IV, Hasselt, 1974, 398 blz.; zie vooral bl. 239-253, West-Vlaanderen en het ontstaan van de katholieke Vlaamse studentenbeweging. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergaderingen m.b.t. GezelleV. CLAES hield een lezing over Gezelle en de moderne poëzie, te Schoten op 11 januari 1974.
Op het Colloquium Literatuur-sociologie gehouden aan de KULAK te Kortrijk op 10 en 11 april 1974 besprak J.P. COUTTENIER het Gezellegedicht Eerweerdigheid des Priesters, steun en staf. (Dundr. Gel. Ged. bl. 476-479).
Gezellesymposium over Dien avond en die rooze, op 1 mei 1974, te Antwerpen. De programmabrochure, Antwerpen, 1974, 16 blz., bevat de samenvatting van de drie referaten door respectievelijk B.F. Van Vlierden, L. Rens en J.J.M. Westenbroek en de tekst van het gedicht, respectievelijk volgens Gedichten, gezangen en gebeden (1893), de jubileumuitgave van Gedichten, gezangen en gebeden, en het handschrift (reproduktie). Bijdragen daarover in kranten en tijdschriften:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Naar aanleiding van het 10-jarig bestaan van de Kulturele Kring St.-Anna werd te Brugge op 9 mei 1974 een Gezellecolloquium georganiseerd met als sprekers C. D'haen, A. Demedts en M. Boey.
De adviescommissie van het Guido Gezelle-archief werd geïnstalleerd te Brugge op 20 mei 1974. Bijdragen daarover:
Op het Colloquium ‘Onze eigentijdse benadering van Sint-Lutgart’, gehouden op 22 augustus 1974 te Brugge, bij gelegenheid van de tentoonstelling Sint-Lutgart patrones van Vlaanderen (Brugge, 17 tot 25 augustus 1974) sprak A. BUSSELS over De Gilde van Sinte Luitgaarde van 1874-1878 en de verering van Sint-Lutgart. Bijdragen daarover:
Op het Gezellecolloquium, georganiseerd door het Centrum voor Gezellestudie, op vrijdag 15 november 1974 te Antwerpen, sprak M. NEIRYNCK over de sociale denkbeelden van Guido Gezelle. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Passim over Gezelle (tijd en omgeving)C.B., Verhuizers, in: Biekorf, jg. LXXV (1974), bl. 78.
B. CUPPENS, Hulde-album, 1924-1974, priester-dichter August Cuppens, Hasselt, 1974, 79 blz. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
E. DEFOORT, J.M. Gantois in de Vlaamse Beweging in Frankrijk (1919-1939), in: Ons Erfdeel, jg. XVII (1974), bl. 683-695.
A. DEMEDTS, Twee priesters uit Frans-Vlaanderen. René Despicht-Jerôme Verdonck, in: Kerk en Leven, 31 oktober 1974, bl. 8-9.
G. DE SCHRIJVER, De plaats van de heilige in onze tijd, in: Kultuurleven, jg. XLI (1974), bl. 899-910.
F. DE VLEESCHOUWER, Het Kortrijks begijnhof in de kunst, in: De Leiegouw, jg. XVI (1974), bl. 33-46.
R. HANNELORE, Twee laattijdige gedichten voor Guido Gezelle, in: Nieuwe Stemmen, jg. XXX (1974), bl. 146-147.
M. HANSON, De bisschoppelijke colleges in West-Vlaanderen beroerd door de eerste spellingstrijd na 1830, in: Biekorf, jg. LXXV (1974), bl. 23-30 en bl. 91-99.
L. MONBALIU, Ratte Vyncke, Roeselare, 1974, 350 blz.
L. MONBALIU, Ratte Vyncke, Vlag en Symbool, in: Kerk en Leven, 28 maart 1974, bl. 14-15.
M. NUYTTENS, Het comité flamand de France in Kortrijk, in: De Leiegouw, jg. XVI (1974), bl. 108-113.
J. PHILIPPEN, August Cuppens, bezieler van ons Vlaamse Geestesleven, in: Oost, jg. XI (1974), nr. 2, bl. 52-55.
J. PHILIPPEN, August Cuppens, bezieler van ons Vlaamse geestesleven, in: Gazet van Antwerpen, 24 april 1974.
S. TOP, De historische Bakelandt en zijn bende in het volkslied en de literatuur. Bijdrage tot de bronnenstudie van de Bakelandtsage, doctoraal proefschrift, K.U.L., 1974, 2 dln., I-XLI, 596 blz. promotor was K.C. Peeters.
L. SWERTS, Een rimpelke op 't water (bij de August Cuppensherdenking), in: Kerk en Leven, 14 maart 1974, bl. 18.
R. VANHAUTE, Delfien Vanhaute. Muzikaliteit en Romantiek, in: VWS-Cahiers, jg. IX (1974), nr. 1/B, 16 blz.
R. VANLANDSCHOOT, Cyriel Verschaeve en de Société Littéraire, (Verslagboek 1893-1906), in: Het Halletorentje, jg. XXI (1974), nr. 1, bl. 23-27.
R. VANLANDSCHOOT, De schok van Jena (Achtergronden bij de jonge leraar Cyriel Verschaeve 1897-1901), in: Het Halletorentje, jg. XXI (1974), nr. 2, bl. 72-82. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M. VAN LOCO, Enquête over het lopende onderzoek betreffende de Vlaamse Beweging, in: Bijdragen tot de geschiedenis, LVI (1973-1974), bl. 315-321.
A. VANNESTE, E. de Coussemaker en de Frans-Vlaamse volksmuziek, in: Vlaanderen, jg. XXIII (1974), bl. 332-336.
Winkler Prins Encyclopedie van Vlaanderen, deel IV, LA-RA, deel V, RE-ZW, Brussel, 1974; bevat o.m. bijdragen over: Jules Lagae, August Laporta, Jules Auguste Lemire, Victor de Lille, Limburgs Driemanschap, Camille Looten, Emiel Moyson, Jacob Muyldermans, Eugeen van Oye, Alfons van de Perre, Albrecht Rodenbach, Rond den Heerd, Joseph Ryelandt, Theodoor Sevens, Stijn Streuvels, Gustaaf Verriest, Hugo Verriest, Cyriel Verschaeve, Antoon Viaene, De Vlaamsche Vlagge, Vlaamse Beweging, Amaat Vyncke, Aloïs Walgrave, James Weale, Westvlaams particularisme. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VertalingenPoëtische ambassades, Italiaanse en Nederlandse literaire ontmoetingen: Francesco d'Assisi, Cantico di frate sole en Gezelles vertaling Zonnelied; Guido Gezelle, Bonte abeelen en een Italiaanse vertaling I Gattici door Giacomo Pampolini, in: Vlaanderen, jg. XXIII (1974), nr. 138, bl. 28-29. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
RecensiesOver J. Boets, Gezelles Cortracena, 1972, schreef M. DE VROEDE in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, deel 89 (1974), bl. 184.
Over M. Carême, Les étoiles de la poésie de Flandre, 1973, schreef J. DELOOF, in: Septentrion, jg. III (1974), bl. 25-27.
Over C. D'haen, Guido Gezelle. Poems/Gedichten, 1971, schreef K. DE BUSSCHERE, Gentleman Gezelle, in: Kritisch akkoord 1974, Brussel, 1974, bl. 74-82. Ook in: Vlaanderen, XXII (1973), nr. 131, bl. 44-45.
Over Gedenkboek Guido Gezelle. Kortrijkse periode 1872-1899, in: Verslagen en Mededelingen van de Leiegouw, jg. XIV (1972), bl. 259-416, schreef L. SCHEPENS in: Ons Erfdeel, jg. XVII (1974), nr. 1, bl. 158-159.
Over T. Penneman, Vrouw Weyn en Guido Gezelle, in: Ic Hou, jg. XIX (1973), nr. 2, bl. 65-81, schreef G. D(URNEZ), Gezelle en de moeder van de Wase volkskunde, in: De Standaard, 1 maart 1974. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over R. Reniers, Guido Gezelle Katholiek vrijmetselaar, Brugge, 1973, 215 blz., schreven J. DE MUELENAERE, Gezellekroniek X (1974), bl. 155-182; A. DEMEDTS, Gezelle logebroeder? Mogelijk, in: De Standaard, 5 april 1974; H. DE SCHAMPELEIRE, Guido Gezelle, anti-vrijmetselaar, in: Spiegel der Letteren, XVI (1974), bl. 285-294; P. HARDY in: Boekengids, jg. LII (1974), nr. 5, bl. 313, en J. HUYGHEBAERT, Guido Gezelle en de Loge, in: Het Volk, 21 februari 1974. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Corrigenda et addendaDe lezer van Gezellekroniek X (1974) gelieve het volgende in acht te nemen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|