In Memoriam dr. R. Van Sint-Jan
K. de Busschere
Dr. R. van Sint-Jan heb ik nauwelijks gekend, maar altijd levendig bewonderd. Wij ontmoetten elkaar een paar keer te Kapellen-Antwerpen. Hij was toen al getekend door de ouderdom. In volle mannenkracht was hij een aristokratische verschijning.
Wat ik over zijn levensloop en loopbaan weet, komt uit het Lectuurrepertorium (1952-66) (supplement bij de tweede uitgave). Hij werd geboren te Buizingen (Brabant) 2.6.1887, studeerde te Leuven waar hij promoveerde in de Germaanse filologie anno 1911. Van 1913 tot 1916 was hij atheneum-leraar te Gent. Aldaar docent aan de vervlaamste universiteit, 1916-18. Week in 1918 uit naar Nederland en in 1919 naar Duitsland. Sinds 1920 was hij lector, vanaf 1924 privaat-docent en van 1932 tot 1946 buitengewoon hoogleraar in het Nederlans aan de universiteit van Münster in Westfalen.
Deze berichtgeving uit genoemd repertorium is beslist onvolledig. Zijn laatste levensjaren bracht hij door te Gent en zeker is hij omstreeks 1930 te Ieper woonachtig geweest (of was het een vakantieverblijf?): zijn voornaamste werk Het West-Vlaamsch en Guido Gezelle kreeg zijn voorwoord te Yperen, October 1929! Overigens Prof. P. Sobry, geboren en getogen Ieperling, had persoonlijk René van Sint-Jan gekend.
Zijn oude dag heeft hij blijkbaar vrij teruggetrokken doorgebracht. Contact met hem, ook op het genootschap, was nogal moeilijk. Nu hoort hij voorgoed tot de mist van het verleden. God gedinke zijn ziele in d'eeuwigheid zou Gezelle gezegd hebben.
Van Sint-Jan gaf twee belangrijke werken in het licht, het reeds genoemde, plus Guido Gezelle's avonturen in de journalistiek, Lannoo, Tielt (z.j.) (1954). Een derde, dat zijn levenswerk moest worden, een Gezelle-lexicon is vanwege allerlei omstandigheden niet tot stand kunnen komen. De bouwstoffen (betrekkelijk volledig) die hij hiertoe had bijeengebracht moesten beslist voor latere vorsers in veiligheid bereikbaar blijven.
Het meest heb ik altijd zijn eerste werk (De Sikkel, Antwerpen, 1931 (volgens de binnen-titelpagina 1930)) bewonderd. Was het de bewerking van zijn doctoraal proefschrift? In elk geval was het een eerste meesterlijke vorsing op wetenschappelijke grondslag in de taal van Gezelle. Ik geloof dat zijn onderzoek en zijn conclusies