Gezang op de dood van Napoleon
gewezen Keizer van Frankrijk, gestorven op het eiland St-Helena, den 6 Mei 1821.
Stemme van den Handel.
Komt luistert wat 'k voor u verzon,
't Is 't sterven van Napoleon,
Den held die door het vier,
Die veel jongheid heeft ter dood geleid.
Is ook gestorven en naar d'eeuwigheid,
Moest hij van 't leven scheen,
Hoort hier, als hij de dood bespeurt,
Hoe bitterlijk dat hij betreurt,
Marie-Louise, riep hij menigmaal;
Soldaten lief, en menig generaal,
Veel lauwers hebt geplant,
En ligt in 't dorre zand.
Vaartwel, gij broeders, waar gij woont,
Die eertijds door mij werd gekroond,
Vaarwel, mijn schoon rijk,
't Geen ik kwam regeeren,
Adieu Weenen, mijn schoonvaders woon,
Adieu Rus en gij Engeland schoon!
Ik wenschte dat door mijne dood,
In alle rijken, klein en groot,
Ach! mocht dit toch geschieden!
En dat den band, die door u is geleid,
Vereend mag blijven tot in eeuwigheid,
Opdat de rust verschijnt,
En daarmeê d'oorlog eind',
Die 't land lang heeft gepijnd.
Hij spreekt ook van zijn heiligheid,
Dien hij in boeien heeft geleid:
'k Zie mijne misdaad op uw persoon,
'k Vervolgde den paus tot in zijn woon,
Oorzaak van mijn droef lot,
G'hoorzaamt aan paus en God.
Voor 't laatst, vaarwel dan Belgenland,
Voor mij ik, ben hier overmand,
Adieu mijn rijk en kroon,
Zal mijn grafplaats wezen.
Had ik niet te veel hoogmoed gehad,
'k Was nog keizer der Fransche stad,
Maar de g'allieerde macht,
[...] ik nooit had gedacht.
|
|