Gezang op de dood van Maria-Theresia
Keizerin van Oostenrijk
Stemme: Komt jonge dochters hoort mijn klacht.
Hemel, ach! wat droeve maren
Hoort men thans uit Oostenrijk,
'k Zal 't met angst hier openbaren
't Is al rouw die men verspreidt.
't Is onz' keizerin verheven, bis.
Ach! zij is niet meer in 't leven
Dat haar d'hemel schenk genâ.
Voor Gods oog zijn ook de rijken
Op ons aard' maar enkel stof,
't Moet al voor zijn almacht wijken,
Welgemaakt, of lomp en grof.
Keizers, koningen en heeren, bis.
Pauzen, prinsen nog zoo groot,
Moeten op den wil des Heeren
Onderdanig zijn den dood.
Nu is ons prinses verslonden,
En gerukt in 't duister graf;
God heeft haar den dood gezonden,
't Is voor ons een zware straf.
Voor ons keizerin van Weenen, bis.
Blijft het volk in rouw en weeën,
Voor die moeder he[...] getrouw.
Eer dat onz' vorstin ging sterven,
Riep zij g'heel haar hof bijeen:
Ach, sprak zij, 'k moet 't leven derven,
Maakt daarom geen droef geween.
God zal mij genade schenken, bis.
'k Had hem lief op 't aardsche dal,
'k Zal mijn volk en land gedenken,
Ja, 'k zal bidden voor u al.
Maar eerst moet gij zorgen dragen,
Voor 't waarachtig roomsch geloof;
Neemt de wapens met behagen,
Dat het niet en wordt tot roof
Van de ketters en vijanden, bis.
't Edel huis van Oostenrijk,
Ja, tot welvaart van de landen,
Zult gij strijden al gelijk.
Onzen keizer, diep bewogen,
Troost zijn moeder in haar pijn,
Hij zegt, met beweende oogen,
God zal onz' beschermer zijn.
Men zag daar veel tranen leken, bis.
't Is al smert dat men daar ziet;
Niemand kon van droefheid spreken,
G'heel haar hof was in 't verdriet.
Zij is dan in vreugd gestorven,
Wijl haar hof was in geween;
Z'heeft des hemels gunst verworven
Voor haar liefde in 't algemeen.
Moeder was zij voor die lijden, bis.
Zij bracht troost aan hem die leed;
't Volk zal haar gebenedijden,
Voor al 't goed dat zij hier deed.
Deze verbeterde Liedekens zijn ook verkrijgbaar te Gent, in de V[....]raat No 8.
|
|