Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend123.
| |
[pagina 281]
| |
15[regelnummer]
Caspar de Robles bloetghierich
Haren Coronel seer heet
Ga naar voetnoot16.
Die heeft doen graven onmanierich
Ga naar voetnoot17.
Eenen put, en een wip ghalghe wreet
Heeft hy gestelt tot elcx leet
20[regelnummer]
Om daer met te moorden vierich,
Want de basten
Ga naar voetnoot21. waren oock al
ghereet.
Voorts heeft hy by hem ontboden
Al sijn Capiteynen cloeck,
Op dat sy als valsche Joden
25[regelnummer]
Souden besweeren sijn versoeck:
Ga naar voetnoot25:
Dwelc was den Borgher te brenghen om hoeck.
Waer voor sy niet en sijn ghevloden
Dan
Losy en wilde niet aen die vloeck.
Doen hy nu wert gheware
30[regelnummer]
Losijs
Ga naar voetnoot30. mannelijcke daet,
Soo heeft hy terstont openbare
Ontboden al vander straet
Losijs Corporael ende sijnen maet,
Om van haer alleghare
35[regelnummer]
Te vernemen haren raet.
Waerop eenen Sergeant vanden Baniere
Ga naar voetnoot36
Antwoorde seer cloeckelijck,
Smackende
Ga naar voetnoot38. die pen int vyere:
Ick sy veel liever eer morghen een lijck.
40[regelnummer]
Dus had den Coronel gheenen wijck
Ga naar voetnoot40.
Dan seyde, ick sal u schiere
Doen vallen metten palmen int slijck.
Daer na sijn sy gheghangen
By haer Soldaten aen elcken oort
45[regelnummer]
Die alle sonder verlanghen
Ga naar voetnoot45.
Beloefden te wederstaen de moort:
Dit heeft den Coronel seer
Ga naar voetnoot47. haest
Ga naar voetnoot47.
verhoort
Dies hy met ghroot verstranghen
Wert op haerlieden seer ghestoort.
| |
[pagina 282]
| |
50[regelnummer]
Hy heeft den
Loupes
Ga naar voetnoot50. last ghegheven
Te vollen veel gheschuts ghemeen
Met haghel om te doen sneven
De Soldaten ghroot en cleen,
Die daer naer de wacht trocken reen
55[regelnummer]
Dan zijn opset is achterghebleven
Want hy quam selfs int gheween.
Ga naar voetnoot56.
Als de Soldaten dit verstonden
Soo swoeren sy terstont
Dat soo sy den Coronel vonden
60[regelnummer]
Hem souden vanghen vaet mijn oorcont
Dies trocken sy met sulcken gront
Tot voor sijn huys daer sy naert vermonden
Ga naar voetnoot62.
Hem niet en eerden nae doude verbont
Ga naar voetnoot63..
Dit heeft den Loupes seer verdroten
65[regelnummer]
Dies hijse dreychden stijf
Dan sy hebben soo seer naer hem gheschoten
Dat hy qualijck ontdroech sijn eyghen lijf
Jae sijn Soldaten noyt schoonder bedrijf
Ga naar voetnoot68.
Hebben met de ander ghesloten
70[regelnummer]
Te leven en sterven als man en wijf.
Doen sijn sy met eenen ghedruyse
Gheloopen naer den Coronel
Dien sy eysten uuten huyse
Noyt Tyran was in meerder ghequel
75[regelnummer]
Sy namen hem met den ghoeden ghesel
Ga naar voetnoot75.
En setten hem confuyse
Opt raethuys verstaet dit wel.
Daer naer sijnder noch ghegrepen
Vier Capiteynen bloot
Ga naar voetnoot79.
80[regelnummer]
Met meer ander boeven doornepen
Ga naar voetnoot80.
Die wel eer waren haer overhoot
Die setten sy ghevanghen in grooten noot
Al warense vol loosheyts gheslepen
Sy en conden niet wederstaen den stoot.
| |
[pagina 283]
| |
85[regelnummer]
Seigneur Fascus
Ga naar voetnoot85.
verheven
Coronel van Sutphen was
Die heeft hem terstont begheven
In een Monicken Clooster ras
Al waer hy sonder langher gheplas
Ga naar voetnoot89.
90[regelnummer]
Sijnen Baert en Hayr heeft doen sneven
Om tontcomen dit vreempt ghebras
Ga naar voetnoot91..
De Soldaten als Leeuwen woedich
Sochten aen elcken cant
Om te vinden desen Tyran bloedich
95[regelnummer]
Dan wat sy deden den lieven sant
Die was inden Monicken pant
En socht als ander Monicken moedich
Nae hem selfs, met een keersse inde hant.
Den eenen Monick cloeck van aerde
100[regelnummer]
Verdroot dit groot gherucht
Dies hy den Spaengiaert niet en spaerde
Mer seyde onbeducht
Dit is eenen Monick sonder vrucht
Ga naar voetnoot103.
Ga naar voetnoot103, 104:
Van onser Oorden als de vermaerde
105[regelnummer]
Mer niet van dit convents ghehucht
Ga naar voetnoot105..
Den Monick me consydereerde
Datse niet en verstonden zijn liet
Dies hy hem weder accuseerde
En seyde met een soet bediet
Ga naar voetnoot109.
110[regelnummer]
Daer is den Man dus hout hem siet
Waer door sy hem apprehendeerde
Met de Cap die hem bracht in ghroot verdriet.
Corts daer na onbesweecken
Vinghen sy noch met groot Jolijt
115[regelnummer]
Den Provoost
Ga naar voetnoot115. die hem hadt ghesteecken
In des Pastoors Schoorsteen wijt
Loupes wert met ghebracht int crijt
Dien sy soot heeft ghebleecken
Noemden den Beul van Groeninghen subijt.
Ga naar voetnoot119.
| |
[pagina 284]
| |
120[regelnummer]
Den Wachtmeester socht oock listen
Ga naar voetnoot120.
Om haer handen te ontghaen,
Dies hy vol arghelisten
Een Papenrock heeft anghedaen:
Dan sy creghen ehm al mede ghevaen,
125[regelnummer]
Ten baten kijven oft twisten
Inde diefput
Ga naar voetnoot126. most hy springhen
saen.
Die vanden Dam en Delfsiele cierich
Brochten mede als Lantsers ghoet,
Ghevanghen haer Capiteynen vierich
130[regelnummer]
Noyt Soldaten waeren bet ghemoet:
Sy swoeren tsamen met lijf en ghoet
Malcanderen by te staen manierich
Ga naar voetnoot132.
Om te verdrijven de Spaengiaerts verwoet.
Voort hebben sy ontbonden
135[regelnummer]
Den Ambassadeur
Ga naar voetnoot135.
minioot
Die vande Staten was ghesonden
En vanden Coronel ghepijnt ter doot:
Die sy terstont met herten bloot
Eedt deden na sijn vermonden
140[regelnummer]
Om dlant te helpen uut allen noot.
Hier na is hy sonder laeten
Ghereden na Bruyssel vaillant
Om daer te vertellen die Staten
Hoe hy was ghevaren in Groeningherlant.
145[regelnummer]
Dus danckt nu Godt aennote
Ga naar voetnoot145. elcken cant
Dat hy ons dus compt ter baeten
Doen wy by na waeren vermant.
Castijt sonder verwijt. Ga naar voetnoot+ |
|