Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend78.
| |
[pagina 184]
| |
Wilt ghy u noch verschoonen,
En dencken ghy hebt al recht?
Daelders en gouden Croonen
20[regelnummer]
Die waren my toe ghesecht:
Ducaten root van golden,
En Angelotten
Ga naar voetnoot22. schoon,
Om mijn knechten te besolden,
Het Nederlandt sou zijn mijn loon.
25[regelnummer]
Hoe souden wijt anders maken:
Wy betaelden u Spangiaerts met munt,
Ons Duytschen met grof Laken
Ga naar voetnoot27.
Of wat haer wort ghegunt,
En dat op die condicy,
30[regelnummer]
Dat ghy soudt hebben ghebracht
Die Spaensche Inquisicy
In hare volle cracht.
Wat soude ick die in voeren,
Dat spel dat liep te hooch:
35[regelnummer]
Die spraeck quam onder die Boeren
Dat u dinghen niet en dooch:
Het Vaghevier sy uut pissen,
Sy houdent voor een ranck
Ga naar voetnoot38.,
Bedevaert en Sielmissen
40[regelnummer]
Werpen sy achter de banck.
Om dat wy sulcks wel wisten
Daerom en spaerden wy gheenen cost,
Ons Renten wy daghelicks misten,
Wy sonden na u eenen Post,
Ga naar voetnoot44.
45[regelnummer]
Al waert ghy thuys ghebleven,
Daer waer niet veel versuymt,
Wy sullen doch worden verdreven,
Och hadden wy tghelt versluymt
Ga naar voetnoot48..
Verdrijft u de Prins van Oraengien,
50[regelnummer]
Verjaecht hy u op dit pas,
Soo treckt met my na Spaengien,
Ick schenck u elck een Kas
Ga naar voetnoot52.,
De eene van sinte Cornelis,
Ga naar voetnoot53.
De ander van sinte Krijn,
55[regelnummer]
De derde loopt met Melis,
De vierde met Valentijn.
Tis best dat ghy noch jocket,
Ende houdt met ons uwen spot,
Nu ghy ons tghelt ontlocket,
60[regelnummer]
Ende slepet in uwen Pot,
Daer mede ghy soudt verstercken
Het heylighe Roomsche Rijck,
Den dienst der heyligher Kercken
Ons Missen alle ghelijck.
65[regelnummer]
Een Doctor quam my verrassen,
Ga naar voetnoot65
Op alder Sielen nacht:
Mijn Cruyden waren ghewassen,
Sy quamen in haer cracht:
Wie gheen Pardoen woude coopen,
70[regelnummer]
Die meynde ick te vertreen,
Dat Water quam met hoopen,
Mijne Cruyden dreven heen.
|
|