50.
Een exelent Liedeken hoe sich de Vlissinghers eerst
revolteerden, ende
Duckdalvens swagher ghehanghen wert.
Ga naar voetnoot+
Op de wijse: Ghy meysken fraey.
Hoort toe ghy mannen ende wijven,
Desen druck en soumen niet connen beschrijven,
Diemen nu siet in Nederlant,
5[regelnummer]
Daer en mach nerghens gheen goet passeren,
Tzy te Vlissinghen of ter Veren,
Dat heeft den thienden penninck ghedaen,
Gheestelijck ende Wereltlijck saen,
10[regelnummer]
Als sy dit hebben vernomen,
Zijn daerom te Hove ghegaen,
Al wat sy seyden, hy sweech al stil,
Hy seyde: ick sal hebben mijnen wil,
15[regelnummer]
Den thienden penninck sal wesen mijn,
Soo daer een God inden Hemel sal zijn.
T'ghebeurde op eenen Paeschdach
Dat men Vlissinghen sou beschincken,
| |
Twas een Paeschlam van grooter moorden,
Om te gaen rechten d'overicheyt saen,
T'ghemeente en hadden niet quijt ghegaen.
25[regelnummer]
Maer als de Borghers dat vernamen,
T'ghemeente en beyde niet langhe,
30[regelnummer]
Sy namen de Capiteyn ghevanghen,
Maer die Soldaten cleyn en groot
Schooten sy met cruyt en loot.
De Capiteyn met moede fier
Sprack tot die ghesellen fijn,
35[regelnummer]
Laet ons doch niet treuren hier,
Maer liever vrolijcken zijn,
Hy riep, isser gheen gracy Heere?
40[regelnummer]
Als voor onse Graven was.
|
-
voetnoot+
- No. 50. Naar N. Verder in E. I en alle latere, behalve K. S. V.
Bij V.L. LI.
Het liedje is blijkbaar een samenvoegsel van twee tot
verschillende liederen horende fragmenten, althans tussen de eerste twee en de
laatste drie koepletten is weinig verband. Toch vinden we, met onbeduidende
afwijkingen dezelfde lezing in de verschillende drukken. Opschrift;
swagher: bloedverwant,
Hooft,
Ned. Hist. zegt: ‘dien men zeyde den Hartoghe
in naamaaghschap te bestaan’.
Bor I, 370: ‘sommigen seiden dat dese
Pacieco des Hertogen van Alva huisvrouwen susters sone was, andere seiden, dat
hy na Neve was van den Hertog’. P. was de bouwmeester van de citadel van Antwerpen
en was, onbekend met het verdrijven der Spanjaarden, in Vlissingen
gekomen en aldaar gevangen genomen. Hij werd op bevel van
Treslong opgehangen; vgl.
Bor I, 369.
-
voetnoot2.
- Deze regel bestaat geheel uit twee gewone
stoplappen: ‘vat wel de beteekenis van het volgende’ en ‘naar
mijn beste weten heeft de zaak zich als volgt toegedragen’.
-
voetnoot8.
-
Spelen, spel, een spel spelen komen met een
zeer vage beteekenis in tal van uitdrukkingen voor, b.v. bankroet spelen,
haasop spelen, veel spels maken enz. Hier zal spelen gaen wel
‘arm worden’ of ‘heengaan’ moeten zijn.
-
voetnoot12:
- en hebben krachtig tegen de Tiende penning
geopponeerd.
-
voetnoot17.
-
aenmercken, I. J. L. M overdencken;
O-P bedencken.
-
voetnoot20.
- Met het Paeschlam wordt òf
Pachieco bedoeld òf het wordt eenvoudig
genomen voor een ‘tractatie’, waarschijnlik wel het laatste. Men
wilde Vlissingen op Paasdag tracteren op een reeks van moorden. De vss. 21
vlgg. slaan op de lijst van veroordeelden, die men volgens het gerucht bij P.
zou hebben gevonden. Vgl. Bor I, 369.
-
voetnoot26.
-
d'overheyts ampt. I. J. L. M d'overheyt
sampt.
-
voetnoot39, 40
- zijn het antwoord van het volk op het verzoek om
gratie: Ja, hier is dezelfde gratie, die onze graven (
Egmond en
Hoorne) hebben gehad.
|