Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend
[pagina 28]
| |
15.
| |
[pagina 29]
| |
Hertoch Eerick
Ga naar voetnoot26. heeft hem sterck gheset,
Teghen die Waerheyt reyn en net,
Met Lancen ende Speer:
Hierom gheeft Godt diet heeft belet,
30[regelnummer]
Lof, glory, prijs, end eer.
Die
Prins van Orangien triumphant,
Met andere Baroenen hier int Lant
Sy waren damboreus
Ga naar voetnoot33.,
Godt maeckte haer synen wille bekant,
35[regelnummer]
Vive vive le Geus.
De Deken van Ronsen
Ga naar voetnoot36. om Gods woort bloot,
Hy heeft ghebracht menich Christen ter doot
Met moede preus
Ga naar voetnoot38.:
Daerom roepen wy cleyn en groot,
40[regelnummer]
Vive vive le Geus.
De Marcgraef van Antwerpen
Ga naar voetnoot41. is een wreet Tyrant,
Hy heeft de Christenen verdroncken en verbrant,
Met nijde dangereus
Ga naar voetnoot43.,
Dus roepen wy tot zijnder schandt,
45[regelnummer]
Vive vive le Geus.
Bisschoppen en Prelaten achtmen nu niet meer,
Noch den Paus met syne valsche Leer,
Want sy zijn venineus:
Dus roepen wy teghen haer eer,
50[regelnummer]
Vive vive le Geus.
Verblijt u alle gader met groot iolijt,
Die den
Cardinalen
Ga naar voetnoot52. draghen de Trouw te spijt,
Als sy vragen na de Leus,
Dus segt altijt en weest verblijt,
55[regelnummer]
Vive vive le Geus.
Danckt Godt den Prins van Hemelrijck.
Ghy die de Waerheyt soeckt ghelijck,
Hoe langer hoe meer,
Betert u, gheeft Godt autentijck
Ga naar voetnoot59.,
60[regelnummer]
Lof, glory, prijs end eer.
|
|