Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend9.
| |
[pagina 16]
| |
Hierom soo is de Paep verblijt
En laet een schelleken klincken;
15[regelnummer]
Al coemter veel tot zijn ombijt
Ga naar voetnoot15.,
Niemant en wil hy schincken,
Maer acht onreene, tvolck ghemeene
Want alleene, wil hy t' Wijntgen drincken.
Tgoyken dat hy Eten sal
20[regelnummer]
Heft hy flucks om hooghe,
Zijn knaep stelt als een gheck seer mal
Des Papen Aers ten thooge
Ga naar voetnoot22.;
Al diet aenschouwen, knien vouwen,
Handen douwen, het blijct voor elcx ooge.
25[regelnummer]
Dan laet hy oock een Beker sien,
Daerin is Wijn bezworen,
Tis bloet meenen de arme Lien
Van tGoyken nieu gheboren;
Zy cloppen t' harte, sonder smarte
Ga naar voetnoot29:
30[regelnummer]
Menige parte
Ga naar voetnoot30., brengen sy te
voren.
Betoovert broot van hem getoont
Wert flucx van een ghereten,
De arge
Ga naar voetnoot33. Paep hemselven loont,
Want die daer zijn gheseten
35[regelnummer]
Die sien hem trecken, den Kelck lecken
Ga naar voetnoot35.,
Met haer gecken
Ga naar voetnoot36., en mogen niet me eten.
Honger en dorst heeft hy geblust,
Dan wast hy oock zijn handen,
Ga naar voetnoot38.
Het arm volck d' ydel plateelken kust;
40[regelnummer]
Noch seyt de Paep vol schanden:
Gaet al strijcken, die quaemt kijcken
Ga naar voetnoot41.
Mijn practijken
Ga naar voetnoot42., giet hy nat voor t' branden.
Tspel is uut van sulcken Sot,
Hy wort ontschorst
Ga naar voetnoot44. ontbonden;
| |
[pagina 17]
| |
45[regelnummer]
Als een gelapten Rock vermot
Ga naar voetnoot45.
So is de Misse bevonden,
Cleyn van waerden, op der Aerden,
Sal
Ga naar voetnoot48. voor Paerden, Catten en voor
Honden.
T'vaghevyer is op haer ghesticht,
Ga naar voetnoot49.
50[regelnummer]
Daer loopt zy Zielen haelen;
Al is sy blint, sy wordt ghelicht
Ga naar voetnoot51.,
End laet haer wel betalen:
Zy kan ontbijnen, uut der pijnen,
Oock wel vijnen
Ga naar voetnoot54., duytschen ende Walen.
55[regelnummer]
Al verchiert hy schoon
Ga naar voetnoot55. de Craem,
Ga naar voetnoot+
Niemant en wilse coopen,
d' Enghelsman is sy onbequaem,
Den Fransman halff ontloopen,
Zeeuw, en Hollander, oock Brabander,
60[regelnummer]
Met malcander, stootens uut met hoopen.
Wien suldy, arme Cramers cranck,
Met uwer Missen laven?
Na Spaengien wech met haren stanck,
Men wilse hier corts begraven,
65[regelnummer]
Want t'wilder vuylen,
Ga naar voetnoot65. aen u Muylen
Crijchdy buylen, ras wilt henen draven.
Hierom raed' ick Man ende Vrou,
Dat sy daer niet en comen;
Met sulcken spel, dat segh ick ou,
70[regelnummer]
Wort Godt zijn eer benomen;
Wat sy rasen,, met vijsvassen
Ga naar voetnoot71.,
Dat sy prasen
Ga naar voetnoot72.,, t' zijn
al ydel droomen.
|
|