Geschiedkundige beschryving van de maan, deszelfs inwooneren en zyn beste regeerings-vorm in een tydvak van 4500 jaaren
(1794)–Anoniem Geschiedkundige beschryving van de maan– Auteursrechtvrij§. 124.Na dat deeze inrichting in gereedheid was, vaardigde Minos niet alleen naar deeze, maar ook naar alle lauden de wetten, die dus verre in zyn Land tot een grondvest der Regeerings-vorm gediend hadden, en liet de inwooners vragen of zy met dezelven te vrede waren, dan of zy het een of ander veranderd wilden hebben. Nooit zal men zich een denkbeeld der verwonderinge van de Maanburgers kunnen maaken. Wy, zeiden zy, zyn dus verre slechts gewoon geweest, dat onze Koningen wetten gaven, dat zy ons dagelyks nieuwe schattingen opleidden, dat zy ons ter naauwernood zo veel lieten, als waarvan wy konden leeven, dat zy den wyven hunne mannen en den ouderen hunne | |
[pagina 110]
| |
kinderen met geweld wegroofden en tot soldaaten maakten; en nu zullen wy naar zekere wetten, als de gelukkige onderdaanen van Minos, geregeerd worden. Nog niet genoeg, wy worden zelven gevraagd, of de eene of de andere wet ons mishaaglyk is. Wat is dat voor eene goedhartigheid! Wisten wy niet dat de grootvader van Minos een Staatsman, en de overgrootvader, een Arts geweest was. (§. 87.) Wy zouden waarachtig gelooven, dat Minos van een Goddelyken afkoomst ware: want zo goedig als Minos ons, daar wy zyne overwonnen vyanden zyn, behandelt, kan alleen een Engel Gods zyne vyanden behandelen. Zy zonden Minos zyne wetten terug en baden hem met de dankbaarste harten, dat zy toch alles naar zyn welgevallen wilde inrichten, met byvoeginge, dat zy wisten en overtuigd waren, dat door zyne hand niets dan geluk en zegen onder hen uitgestrooid wierdt. Minos wierd met ze- | |
[pagina 111]
| |
genwenschen zonder tal overstort, en zy waren een eenige tong en een eenig hart. - |
|