heeft, en nu begeert gy ook nog meester van 't zesde te zyn. In den grond koomt het derhalven hier alleen op uit, of Palos dan of Minos het my opgedragen Koningryk zullen regeeren, en of myne onderdaanen my of hem gehoorzaamheid bewyzen en de schatting betaalen zullen. De geheele twist heeft derhalven alleen zyne betrekking tot u en my. By gevolg koomt 't my onbillyk voor, dat wy het onschuldig bloed van onze onderdaanen in de waagschaal zouden stellen. Wanneer 't niet anders weezen kan en gy geen afstand van uwen eisch wilt doen, laaten wy de zaak dan tusschen ons beiden afmaaken. Wanneer gy een waare Held zyt, wanneer gy uwe onderdaanen bemint, dan zult gy dit tweegevecht niet afslaan. 't Is altyd beter, dat 'er één mensch sterft, dan dat 'er veele vermoord worden. Gy zult dat doorzien,