ontsnappen kon, ontwaarde eensklaps de slaapmuts van den Heer van Piepelenburg, die hem bij deze verwoede jacht van het hoofd was gevallen, waarin zij zich, naar zij meende ongemerkt, verstopte. Mijnheer van Piepelenburg sprong echter haastig toe, pakte de muts op en hield haar, met een van vreugde stralend gelaat zijn Ega voor, die angstig achteruit week.
Wat nu gedaan?
Mijnheer van Piepelenburg legde den wijsvinger tegen het voorhoofd, stond een oogenblik in beraad en schreeuwde eensklaps verheugd uit: de waterton!
Dat zulk een ongedierte vernietigd moest worden, stond bij Mijnheer van Piepelenburg als een paal boven water.
Mevrouw echter, die zeer goed begreep wat haar echtgenoot doen wilde, en die door de behaalde overwinning goedhartiger gestemd was, raadde hem aan, meenende dat zulk een verdelging een moord was, welke zij in haar huis niet zou mogen dulden, het lieve diertje op straat