Verscheidenheden.
Zenobias Gramme. - België heeft voor den uitvinder der dynamo-machine een schoon gedenkteeken opgericht te Luik. Op een granietblok staat het borstbeeld van dezen eenvoudigen en genialen man; op de eene zijde bevindt zich eene figuur, die ons den jeugdigen werkman vertoont, waarvan de meester steeds zegde, dat hij een droomer en denker was; op de andere zijde zien wij hem met zijne uitvinding bezig. Hoeveel stillen denkarbeid heeft toch het problema, de electrische kracht in mechanische om te zetten, noodig gehad! Van af den eersten motor van Salvator del Negro (1831) tot dien van Pacinotti (1864) trachtte men een oplossing te vinden, om met de minst mogelijke krachtmiddelen een bruikbaren motor te maken of, in de praktijk overgebracht, de elektrische kracht zonder groote en kostbare magneten te benuttigen. Pacinotti ontdekte bijna het geheim. Doch eerst Gramme vond het waarlijk in 1869, heelemaal onafhankelijk, met zijn dynamo-machine. Deze uitvinding, algemeen onder den naam ‘Grammesche Ring’ bekend, is, afgezien van hare verstrekkende praktische beteekenis, een schitterend voorbeeld van wat geestesinspanning vermag, wanneer zij aanhoudend op één punt gericht blijft. Want Gramme's opleiding was meer dan ontoereikend. De parijzer vaklieden lachten er meê, toen zij over zijne uitvinding hoorden; doch wanneer zij de waarde ervan begrepen, vergaten ze snel den naam van den ontdekker. Zoo stierf hij onopgemerkt en weinig bekend. Zenobias Gramme werd in 1826 te Jehay-Badegnée (provincie Luik) als zoon van arme ouders geboren. Toen hij de school vroegtijdig verlaten had, om voor het onderhoud van een talrijk huisgezin te helpen zorgen, kon hij nauwelijks lezen en schrijven. Hij koos het timmervak en toonde bewonderenswaarden aanleg. Nog altijd bewaart de familie beeldjes en ander snijwerk, dat hij, als twaalfjarige knaap, vervaardigde. In 1851, kwam hij naar Luik en verrijkte daar zijn kennis, vooral
veel trek gevoelend voor de toegepaste geometrie. In 1856, is hij in Parijs, waar hem de doemon der ontdekkingen aangreep. Hij vervaardigt centrifugaal-werktuigen, nieuwe pompen en eene machine, waarmede men water door wrijving verwarmen kon. Den 2n Januari 1869, verschaft hem een vriend uit Brussel de plaats van modelschrijnwerker in een parijsche fabriek. Hier ziet hij eene elektrische machine, die hij steeds nader en nader bestudeert. Wat hij niet weet, zoekt hij op in een boek over de beginselen der physica, dat hij echter slechts met hulp van een woordenboek kan lezen, daar hij, die een waal is, het Fransch niet genoeg kent. Tot zijn verbazing, leest hij dat Franklin en Ampère bijna dezelfde beschouwingen geuit hadden over elektriciteit als hij. Nu begint hij als een wanhopige te werken. De eene constructie volgt op de andere. Weldra vindt hij werk bij electrotechnikers; een gelukkige samenloop brengt hem in de werkplaats van Ruhmkorff, waar hij de inductie-electriciteit leert kennen. Ten slotte, verlaat hij deze plaats en legt zich nog enkel toe op uitvindingen. Als werkplaats dient hem de keuken en als werktuigen had hij enkel degene die door den werkman bij 't oud ijzer geworpen werden. Wat de geschiedenis der natuur- en scheikunde reeds meermalen heeft bewezen, vindt men ook bij Gramme: de