vaardigheid. Het lied der wellustigen, der schenners, der ontuchtigen, der opgestegen duivelen. Het lied der kindermoordenaars. Ziet hoe ze feest vieren, zich in horden verzamelen, en achter zich laten ze de landen zonder kinderen en de dalen zonder gelach. Geef hen hun ware naam. Noem hen niet bij de naam van hun aanvoerder. Geef hun de naam van Herodes niet, en niet de naam van Mathus den monnik. Noem hen moordenaars. Eet niet met hen in herbergen, reis niet met hen langs de wegen, bewaar uw oogen voor hun ontuchtig aangezicht. Noem hen de moordenaars der kinderen, en verzamel uw vrouwen en uw kinderen rond u, en wet uw zwaard. Want ziet gij ze aan, dan zal hun blik u treffen. Eet gij met hen, dan zullen de zwaarden bewegen onder hun mantels, en reist gij met hen, dan dwaalt gij met hen van de weg naar Huis.
Vertrouw niet op de koningen. Herodes was koning, en hij was een moordenaar. Vertrouw niet op de rechters, want zij hebben de gerechtigheid niet. Zij zijn de heidenen en de ongeloovigen, en zij zullen uw kinderschaar zien en zeggen: hoe boeleerde hij, en hoe leerde hij van de dieren, dat zijn vrouw zoovele vruchten droeg. Want dat is het eenigst goed, dat gij met de dieren gemeen hebt: dat gij uwe kinderen bemint. En dat is het eenigste waarin nòg slechter dan de beesten zij zijn: dat zij hun kinderen vermoorden. Hebt gij de zeug gezien, die naar zijn biggen bijt? Zaagt gij de konijnenmoer die dol haar kinderen verslond? Voor den avond nog werden zij gedood, want zij zijn ontrouwe dieren en de Heer wil dat altijd, altijd de dieren teelen en aanwassen in de ruïne van het paradijs. Leert dan van de beesten, en gaat voor uw kinderen uit. God zal u naar zijn landen leiden, en niet een van u zal verloren gaan. En, als gij trekt, ziet niet naar wat men u te koopen biedt langs de weg. Zij hebben kruiden en geheime dingen voor u, en als gij ze koopt, zal uw leven gelukkiger zijn, en uw dagen lichter. Maar de naam van het kruid is: bloem van den duivel,