alle sportvereenigingen zullen mij verwelkomen. Manuel Fernandez, Olympisch kampioen marathon. Kransen en muziek. Moeder, hoe voel je je nu? Je mag niet huilen. Muziek, Nu rijden wij samen in een auto door de stad. Vrouwen gooien rozen uit alle vensters. Bloemengeuren, muziek en gejuich. Is nu alles, alles goed? Zie je nu wel, dat je niet ongerust behoefde te zijn? Al die rozen zijn voor jou. Muziek.
We gaan in een groot huis wonen. Zie je nu wel, dat je bang was voor niets? Je moet nog één keer 's avonds laat het brood voor mij klaarzetten naast de kleine lamp.
Ik word nu wel moe, geloof ik. Je moet mij vanavond toedekken net als vroeger. Ik ben klein; je goede handen over mijn hoofd. Ik kon toch altijd bij je rusten?
Ik word nu klein, klein en licht. Ik denk, dat ik zweven ga. Zoo zal ik misschien nog winnen. Waar ben ik nu en wat doe ik? Ik loop hoog en klein over een onzichtbare weg ver boven de aarde. Niets kan ik meer hooren van alles wat ze doen: zóó ver zijn ze. Licht. Ik dans in het licht. Ik kan mijn oogen niet meer openhouden.
Moeder, ik ben kleiner en lichter dan een vlinder. Zoo zou ik vroeger misschien gewonnen hebben. Trillend hemelsblauw en zonnegoud. Zon. Een vlinder, blinkend verloren in het licht. Licht.
Moeder, ik vlieg door het raam naar binnen, over alle landen heen. Zal je me herkennen? Doe het raam open, de ruiten zijn zoo hard. Ken je me niet? Ik word zoo moe, ik kan niet langer tegen het harde venster springen. Ik wil binnen, moeder. Schaduw en je goede handen. Doe het raam open - Waarom herken je me niet?
Licht.
Ik kan niet meer.
Doe het raam open.
Een paar fietsers zagen hem plotseling in elkaar zakken