De Gemeenschap. Jaargang 7(1931)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 402] [p. 402] Leo van Breen: Karnaval Als iemand daar iets op te zeggen heeft, hij toone zijn vuist daarbij: Anton van Duinkerken. De anonieme pret wordt haastig uitgebuit. Een pak. Een masker. Maar het hart klopt even benepen onder 't purper, en de scheve pierrotneus blaast dezelfde adem uit. Laat nu gerust dees bonte Harlekijn zijn Reine de Nuit publiekelik omarmen. Het masker dekt d' identiteit der gijn. En morgen, Aswoensdag, zullen de warme monden elkaar weer sluw en heimlik vinden en overspel bedrijven in de blinde en duistre kamer achter een gordijn. Vorige Volgende