De Gemeenschap. Jaargang 6(1930)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 493] [p. 493] Chr. de Graaff De terugkeer Aanvang van sterven, een weerbarstig gaan door leege lanen naar den bladerloozen winterschen doolhof van den dood was mijn bestaan en 'k had tot spijs een bitt're vrucht gekozen. Maar nu is deze reis welhaast gedaan; waar onze dooden toeven gaan de rozen het schoonst in bloei: ik wil ten einde gaan nog dezen laatsten weg zonder verpoozen. Het zal goed zijn als dit geleden is. Ik zal haar adem voelen langs mijn wangen en weten dat zij toegetreden is, zonder verwijt, zonder het wreed verlangen dat ons moest scheiden en mij zond den langen, eenzamen weg tot waar haar vrede is. Vorige Volgende