De Gemeenschap. Jaargang 4(1928)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 185] [p. 185] Willem ten Berge: Nacht Omfloerste trommen van den avond, blauwe legers zinken de brandende vaandels na in het zwarte gebergte der nacht - eenzaamheid betrekt aan mijn hart de wacht, boomen flakkeren hoog met zwarte vlammen, vreemder, onherbergzamer wordt het land - de barsche duisternis heeft alles verbrand; ik kan de zwarte kooi der stilte niet ontzwerven, maar afgezonderd naar het rilde licht, dat in mijn binnenst naar het Binnenst is gericht, tart ik de huiver van verkeerde ruimten, onaantastbaar gehuld in een mantel van rust: tot mijn oogen van den barren doodslaap overmand als twee vallende sterren zullen zijn uitgebluscht. Vorige Volgende