altijd lieten leiden door een idee, tenminste door de onwil om door een idee geleid te zijn, zeer dikwijls door het gevoel dat zij door niets geleid werden daar zij slechts muzikaal waren. In de schuilhoeken van hun hart zullen zij wel altijd dankbaar geweest zijn dat de muzen hen bij hun arbeid niet verlaten hadden! In dit bijna niet te achterhalen en nog moeilijker te behouden gevoel of helder zien ligt méér benadering van de oorsprong der muziek dan de ingenieuse samensteller van het kunstwerk wil vermoeden. Ik zou niet gaarne het verschijnsel der genres - bijv. het romantische - willen misprijzen, daar het de beperktheid der muzikaliteit in tegenstelling met on-omvatbaarheid der muziek bewijst. Wie vindt de juiste en de schoone woorden om het wezen der muziek weer te geven? Maar dit is ook niemands taak! Men mag een respect bewaren voor de oprechtheid der componisten die ook de menschelijke zwakheid (de negatieve of positieve idee) mee-componeerden. Ik durf slechts te misprijzen de hoogmoed der muzikaliteit, de physica der intellectueelen, waarvan Schönberg de hoogepriester is, een componist dien ik evenzeer veracht als ik de onbekende zangers der alleluia's vereer.
Er is slechts één absolutisme, slechts één idee, het is God. Het is misschien niet noodig te beweren dat Hij de oorsprong der muziek is, het is echter wel noodig te zeggen dat de hymne het begin der muziek is. Het is waarschijnlijk niet noodig te bewijzen dat God het doel van alle wezen is, maar het is zeker niet overbodig te beweren dat ook het einde der muziek de hymne is.
Het zou dwaas zijn te meenen, dat alle componisten religieuze of kerkelijke muziek moeten maken! Een Sonate kan een hymne zijn, en waar is - helaas! - tegenwoordig de kerkmuziek die aan haar oorsprong en doel beantwoordt? In de wereld belemmert de pretentie van het ongeloof de zuivering der kunst, in de kerk verhindert de achterlijkheid de louterende ontwikkeling der dienende muziek. Wij zijn te ver van de bron verwijderd en het begin der muziek wordt ons dus niet geschonken.
HENDRIK ANDRIESSEN.