De Geldersche nachtegaal(1870)–Anoniem Geldersche nachtegaal, De– Auteursrechtvrij Vorige De Noord-Hollandsche Kippenboer. Ik kom uit Noord-Holland. Met haantjes en met hennetjes, Zy springen naar den trant, De wyfjes als de mannetjes; Als ik 's morgens de dageraad zie, Dan kraait hy zyn kiekerikiekie, Waarschuwt hy ons vroeg op te staan, En het nachtwerk is gedaan. 2[regelnummer] gy, Meisjes! komt by my, En wilt my maar omringen, Het is liefhebbery, Myn haantje te zien springen; [pagina 48] [p. 48] Als 't haantje springt heen en weer, Bemint hy zyn hennetjes teer, Is hy in 't korfje by haar, Liefkozen zy zich aan elkaar. 3[regelnummer] Hy die koopt een haan, Die koopt een lekker brokje, Bezorgt hem, wilt verstaan, Vooral in een schoon hokje; Als de dag eens verschenen is, Dan nadert de avond gewis, Begeeft hy zich gaarne ter rust Een schoon hokje is dan zyn lust. 4[regelnummer] Gy heertjes koopt een hen, Ik zal u leeren weten, Hoe dat men voelen ken, Wil men een vette eten: Beschouw dan maar eens waar ik voel, Verstaat gy nu wat ik bedoel? Zoo'n hennetje en een flesch wyn, Wie zou daar niet naar gretig zyn. 5[regelnummer] Zoo'n hen is zeer goedkoop, Als gy ze op laat groeyen, Dan hebt gy goede hoop, Want zulk een hen kan broeyen, En worden de kuikens dan groot, Verschaffen zy 't hennetje brood, Zoo teelen zy al verder voort, Juist zulke zyn het beste soort. Vorige