De Geldersche nachtegaal(1870)–Anoniem Geldersche nachtegaal, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Zeemanslied. Blij den zeetoon aangeheven, Daav'rend rolt die langs het strand; Goed en bloed het lieve leven, Wijden wij aan 't vaderland! Laat het klinken langs de baren, Voor een later landgenoot, Dat er eenmaal zeeliên waren, Die niet vreesden voor den dood, O dappr'e zonen van de zee! Zingt en liedje onder 't varen; Alle braven zingen meê. bis. 2[regelnummer] Onze broeders dragen 't wapen Staven Hollands oud gezag. Wij zijn voor de zee geschapen, Dienen onder Hollands vlag. Laat het klinken langs de baren, Voor een later landgenoot, Dat er eenmaal zeelien waren Die niet vreesden voor den dood. O dapp're zonen enz. [pagina 45] [p. 45] 3[regelnummer] Aan den oever van de Schelde Werd een dure taak volbragt, Gij, van Speyk! deed Holland gelden. Trots de schandlijke overmagt; Heerlijk deed de kreet zich hooren Liever aan den dood gewijd. Dan de vlag en eer verloren, En den roem van Holland kwijt, O dapp're zonen enz. 4[regelnummer] Ja, als zeelien zweeren we allen, Steeds met moed en trouw getooid: Strijdend mogen we eenmaal vallen, Vlaggen strijken doen wij nooit. Laat het klinken langs de baren, Voor een later landgenoot, Dat er eenmaal zeelien waren Die niet vreesden voor den dood. O dapp're zenen enz. Vorige Volgende