De Geldersche nachtegaal(1870)–Anoniem Geldersche nachtegaal, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De Veinserij. Elize! 'k zag u en ik minde, Liefde is beschroomd, ik minde en zweeg, 'k Was niet, bij u, maar ik beminde, 'k Wanhoopte niet, maar ik verkreeg, Ik zag uw oog, zoo fier, zoo vurig, Al zoeken staren steeds op mij. Heil, liefde, lonkte mij uit uw oogen, Dan deze blik was veinzerij. Toen ik vooreerst aan uwe voeten, De taal der liefde u hooren deed, [pagina 39] [p. 39] Verschiet uw hand mij niet, Elize! Uw mond goot balsem in mijn leed; Ik drukte een kus op uwe lippen, Gij neigde uw hoofd, het rustte op my. Een kus brandde ook op mijn wangen, En deze kus was veinzerij. bis. Herrinnert ge u, dien schoonen avond, Elize; toen 'k met u alleen, Door 't lommerig mirthenboschje dwaalde, De liefde zweefde voor ons heen; Gij mindet mij zeide uwe lippen, O leef gelukkig, leef voor mij, Gij noemdet mij uw vriend, uw minnaar, Maar deze taal was veinzerij. bis. Een ander biedt gij u uwe lippen, Een ander noemt ge uwen vrind, Een ander maakt uw kus gelukkig, Heeft hij u meer dan ik bemint? Dikwerf zwoert gij voor mij te zullen leven, Dan deze eed was veinzerij, Vaarwel, straks is uw minnaar vrij. bis. Vorige Volgende