Geestelijcke harmonie(1637)–Anoniem Geestelijcke harmonie– Auteursrechtvrijvan veelderley ende uytghelesene soo oude als nieuwe Catholijcke Kerckelijcke Lofsanghen, Leysenen ende Liedekens, op die principaelste Feesten en getijden des Iaers, die men in’t Vorstendom Cleve by den Catechismus singht Vorige Volgende XIX. Puer natus in Betlehem Een kint geboren te Betlehem, Bethlehem, Des frewet sich Ierusalem, Alleluia: Alleluia. Hier ligt het in dat kribbeken, kribbeken Sonder endt is dat rijcke sijn, Alleluia, Alleluia. Dat Osken en dat Eseltjen, Eseltjen Erkenden Godt den Heeren fijn, Alleluia, Alleluia. Dry Coningen van Saba quamen daer, quamen daer Gout, Wyroock, Myrth, brochten sy met haer, Allelu: Alle. Sy gingen in dat huys hen in, huys hen in, Sy groeten dat soete kindeken, Alleluia: Alleluia. Sijn Moeder was een reyne Maeght, reyne, &c. Die sonder man geboren hadt. Alleluia, &c. Godt is geworden een kindeken kleyn, kindeken kleyn, Op dat hy ons maecten van sonden reyn, Alle: Alle. In desen Kersmis heyligen tijdt, heyligen tijdt Sy Godt der Heer gebenedijt: Alleluia, &c. Gelavet syst u Heer Iesu Christ: Heer Iesu Christ. Dat ghy mensch geboren bist: Alleluia, &c. Gelooft sijt heylige Dryvuldicheyt, Dryvuldicheyt Van nu aen tot in eewicheyt: Alleluia, &c. Vorige Volgende