Een geestelyke boet-zang. Voorgesteld voor alle inwoonders der aarde, beschryvende over het beloop der wereld; toepasselyk voor alle menschen, die naa de vreede wenschen(18de eeuw)–Anoniem Geestelyke boet-zang, Een– Auteursrechtvrij Vorige Op de Zeven Werken van Barmhertigheid. 1. Hoord Christen menschen al, Wat ik u zal leeren zal: De zeven werken van Barmhertigheid, Die u ten klaarsten werden uitgeleid, God leerd ons met 'er spoed: Al wie geen Barmhertigheid en doed: Zal een Oordeel van God ontfangen, Zonder Barmhertigheid, Zoo de Schriftuure zyt. [pagina 7] [p. 7] 2. De Heere Jezus pryst, Die hongerige spyst, En in zyn Hert Barmhertigheid betoond, God zal die deugd niet laten onbeloond, Deeld mede van u Brood Aan de arme Menschen die daar lyden nood, God zal u honger weer verzaden, Geven u voor spys Het Hemels Paradys. 3. Weet gy een dorstig mensch, Geeft hem na zyne wensch, Van uwen drank op dat hy word verzaat God zulk een werk nooit ongeloond en laat, Die een glas water daar: Zal geven aan een dorstig mensch voorwaar, Zyn loon en zal hy niet verliezen, Geen deugd blyft ongeloond, Maar God zyn werk bekroond. 4. Christus exempel geeft Van die twee kleedzels heeft En daar de nakende een van aantrekt Op dat by daar zyn Lichaam mede dekt, Doed na myn gebied, Om Jezus wil maar om der Menschen niet, Doet dit goed werk als dan verborgen, God zal na zynen wil, U loon wel geven stil. [pagina 8] [p. 8] 5. Als u een vreemde klaagt, Niet ongeloond u vraagd: Doed gelyk Job, neemt ze in liefde an, Sluyt nooit u deur voor een ryzende man, Job van zig zelfs zyt, Myn huis is voor een reyzende bereyd; Ik heb het gedaan om Jezus wille, Gy zult hem nemen aan, En om Gods wil gedaan. 6. Als iemand door den tyd, Ook ziek te bedde lyd, En dat daar dan ook gene middel is, Om te betaalen de Begravenis, Toond u Barmhertigheid, Dan aan die geene, zoo als Christus zyt; Wilt gy Barmhertigheid ontfangen, Door God zyn Majesteid, Toont u Barmhertigheid. 7. In 't laatste Oordeel zal Hy Zeggen met herte bly, Komt gy gezegende bezit met blyd Myn vaders ryk, dat voor u is bereid, Gy hebt my gelaaft met spys Ik had geen herberg doe ik was op rys, Ik heb een vreemdeling gaan dwaalen, Gy hebt myn in huis ontboon, Ontfangt u Hemels loon. Vorige