Gard Sivik. Jaargang 3(1958)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] egyptisch in drie bedrijven paul snoek 1 Toen de farao zijn nog zo rode, jonge sfinx een zwijgende nier had overgeplant, (hij liet er geen gras over groeien) stak zij haar tong uit, maar jezus, lelijk was dat als een beitel vol lelijke bijen. Van het danig lachen, lachen 2 beten alle aanwezige slaven blauwe stukken uit zijn pyramide. 2 Dat was fataler dan een sprinkhaan en een sprinkhaan en een sprinkhaan... Halt. Hier ging de stenen baadster op een smetteloze handdoek liggen wachten op een levende neger van plaaster. Hij kwam en zag en zacht en uit zijn zwarte spieren steeg een luisterspel, een liefelijke zeppelin van liefde. Zij zag en kwam en zacht smolt hij in vrede als bijbelse boter in vrede. 3 Zij kookte met haar nieuwe nier. Zij kookte als het sap in giftige meloenen. Zij kookt haar eten zelf, mijne heren. Ze at, had ook een spiegeltje en riep: (toen het doek al eeuwen en eeuwen vervallen was) ‘Uw snavel winkelier, echte slagers eten kanker met de blote hand’. Vorige Volgende