[Voorwoord]
In de inleiding tot nr 1 werd het voornemen aangekondigd het werk van de in gard-sivik publicerende auteurs ‘voor zichzelf te laten spreken’.
Inderdaad: in de eerste jaargang werd haast uitsluitend kreatief werk opgenomen. Wat niet belette dat het tijdschrift als ‘agressief’ bestempeld werd, iets waartegen wij natuurlijk nooit protesteerden.
Bij het ingaan van de 2e jaargang vinden wij het echter nodig zoniet ons doel, dan toch gedeeltelijk onze middelen te herzien. Hoewel het grootste deel van de kritische onzin, die over ‘eksperimentele’ poëzie gedebiteerd wordt, nauwelijks de moeite van het lezen, laat staan van een reaktie waard is, kan een volledig stilzwijgen van onze zijde tenslotte verkeerd geïnterpreteerd worden, ook door oprecht geïnteresseerde lezers.
Daarom onze nieuwe rubriek: ONDER 1 HOEDJE waarin de gard-sivik schrijvers, telkens het nodig blijkt, hun meningen kunnen verdedigen, eventueel het tijdschrift zelf of de eksperimentele poëzie in het algemeen. Hiermee is echter het genre niet omschreven van al wat onder het bewuste hoedje kan komen; slechts de polemieken omtrent strikt persoonlijke literaire aangelegenheden worden geweerd.
Evenmin als vroeger voelen wij ons geroepen, de ontwikkeling van het tijdschrift te binden aan aparte en vooraf geformuleerde verklaringen. Wel is het mogelijk dat in de toekomst, als gevolg van nu reeds bestaande kontakten, een nauwere samenwerking met de noordnederlandse eksperimentele dichters - van wie men vaak gezegd heeft dat wij meer verwantschap vertonen met hen dan met onze onmiddellijke vlaamse voorgangers - tot stand komt. Dat zal dan echter het gevolg zijn van een natuurlijke evolutie en niet van geforceerde onderhandelingen.