De ballerina kultiveert haar gummi platvoeten.
Doelend op een kunstgeschiedenis in zoveel delen: dat boek laat zich veel te duur verkopen. Het krijgt nog een hartziekte van de zelfoverschatting.
De onverdraagzaamheid, besloten in een woord als ‘weldenkend’: het denken op zichzelf volstaat niet, het moet drager zijn van een bewijs van burgerdeugd.
Hij werkte tot brakenstoe op mijn lachspieren.
Door de toevallig openstaande deur van een lege ontkleedkabine in de zwemgelegenheid bemerk ik de aan haken opgehangen klederen - kompleet met ondergoed, bustenhouder en op het bankje handtas en schoenen - van een zwemster. Fetichistische neigingen? denk ik, wanneer ik bemerk dat ik op mijn stappen terugkeer. Zoals de kledingstukken daar hangen, leeg en slap, zijn zij niet in staat de fisiek van de bezitster te suggereren. Toch heeft het geheel een welbepaalde, haast van tevoren afgesproken betekenis. Inderdaad, weet ik plots: dit is het negatief van een naakte vrouw.
‘Vooruit jongelui, nog een deuntje vlaggenzwaaien - en nu geen kultuurpessimisme meer’.
Onze leider was een zeer groot man, hij kon urenlang spreken zonder een slok te drinken.
Iemand die zich beijvert om aan een ander duidelijk te maken, hoe mooi een bepaald muziekstuk, dat die ander niet kent, wel is: hij beperkt zich er niet toe, de melodie te zingen, maar tracht tegelijkertijd door het