zulk een stap kunnende redden, zig onbedacht en onozel daar toe liet overhaalen, hier speelde zy tot de Brand der Schouwburg in 't jaar 1772, zeer gemeenschappelyk met haar Voogden de gemelde Curateuren verkeerende, tot zy toen met haar Famielje (zo als voren gemeld) zig na Rotterdam begaf, het welk haar Voogde zo smerte, dat een van dezelve, haar Kunstig liet Afpotretteeren, en (om een gestadig aandenken aan haar te hebben) in zyn Slaapkamer (daar hy met zyn Vrouw vernachten,) op liet hangen, welk Pourtretje hem wel dertig Ducaten kwam te kosten.
Te Rotterdam komende, leefde zy in den beginnen zeer ordentelyk en scheen zig na het zedige en goede te schikken, 't welk zo lang duurde tot dat haar Moeder stierf, wanneer zy onder Voogden door haar Moeder gesteld raakte, toen spatte zy uit, en leefde in gemeenschap met een Zuikerbakker, welke haar zo kostelyk onderhield en haar zo veel vermaak aan deed, dat hy zig totaal Ruineerde; want niet alleen dat zy met haar toeziende Voogd, welke ook Regent was, haar ter dier tyd wel dieferteerde, maar zig nog boven dien met een Acteur van dat Toneel, welke zy kleede en onderhield, braaf vermaakte.
Na dat de voorgemelde Zuikerbakker uit zyn doen en dus ook teffens uit haar gunst geraakt was, deed zig weder een ander op, welke van voornemens was om haar te Maintineeren, of zo zommige zeggen, en dat nog al schyn van reden heeft, wyl het een gekke Jonge was, om haar te trouwen, deeze de zoon van een ze-