De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas Français. Jaargang 1988
(1988)– [tijdschrift] Franse Nederlanden, De / Les Pays-Bas Français– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 186]
| |
Het Archief van de Franse Nederlanden te Kortrijk
| |
[pagina 187]
| |
J.M. Gantois (1904-1968) aan zijn bureau.
de latere onderzoekers niet bepaald gemakkelijk heeft gemaakt: in buien van haast paranoïde angst riep hij regelmatig zijn correspondenten op tot vernietiging van zijn brieven; bovendien bestaat er weinig twijfel over dat hij van te voren aan zijn nabestaanden opdracht zou hebben gegeven tot vernietiging van zijn persoonlijk archief. Is een wetenschappelijk verantwoorde biografie van Jean-Marie Gantois daardoor bij voorbaat tot mislukken gedoemd? Heel zeker niet! Zo kon in de eerste plaats zijn omvangrijke en uiterst interessante bibliotheek van de ondergang worden gered. In juni 1969 kwam deze in het bezit van de Katholieke Universiteit Leuven afdeling Kortrijk, na een overeenkomst afgesloten met de Vereniging Zannekin te Ieper, die na de dood van Gantois eigenares was geworden van het fonds. Voorop stond dat dit initiële fonds zou worden uitgebouwd tot een wetenschappelijke bibliotheek over de Franse Nederlanden. Het is niet de bedoeling van deze bijdrage om een overzicht te geven van het rijke boeken- en tijdschriftenbestand van deze bibliotheek; voor al wie zich bezighoudt met de regionalistische beweging in de Franse Nederlanden is het een onmisbaar werk- | |
[pagina 188]
| |
instrument. Wel willen we hier even dieper ingaan op een ander aspect, omdat met name de idee rijpte dat ook archief moest worden verzameld, teneinde aan deze bibliotheek het aanzien te geven van een volwaardig studie- en documentatiecentrum. In relatief korte tijd werd aldus aanvankelijk o.l.v. Dr. Eric Defoort, een vrij behoorlijk archiefbestand bij elkaar gebracht, waarvan de samenstelling en inhoud echter grotendeels onbekend bleven voor de geïnteresseerden. Dit minst bekende aspect van de ‘Bibliotheek de Franse Nederlanden’ is echter ongetwijfeld het meest boeiende, omdat hier de meest waardevolle bouwstenen werden verzameld voor verder studiewerk. Aangezien de figuur van Jean-Marie Gantois hierbij centraal werd gesteld, spreekt het vanzelf dat in de eerste plaats aan zijn biografie wordt gedacht. Uit deze bijdrage moge echter blijken dat het Archief van de Franse Nederlanden (A.F.N.) ook nog andere mogelijkheden biedt. Door de huidige bibliothecaris van de campus te Kortrijk, Dr. Paul Soetaert, werd ons de mogelijkheid geboden om dit archief te inventariseren. In plaats van een eigenlijke inventaris willen we hier liever een beknopt overzicht geven van de stukken die in het Archief van de Franse Nederlanden worden bewaard. De geïnteresseerde lezer zal dan te gelegener tijd de eigenlijke inventaris kunnen raadplegen en kan zich in verbinding stellen met de bibliothecaris i.v.m. de voorwaarden voor raadpleging.Ga naar eind(1) Grosso modo hebben we een onderscheid gemaakt tussen originele archieven en schaduwarchieven, d.w.z. archieven die hier onder de vorm van fotokopie, microfilm of microfiche worden bewaard, maar waarvan de originelen in andere instellingen of bij privé-personen berusten. Verder wordt ook nog aandacht besteed aan dia's, geluidsbanden, iconografisch materiaal, oude handschriften, drukwerken en allerhande documentatie. | |
1. Originele archievenVan primordiaal belang voor een latere Gantoisstudie zijn de papieren Vital Celen (1925-1956), omdat Celen jarenlang eigenlijk | |
[pagina 189]
| |
Vital Celen (1887-1956).
het bindteken is geweest in de contacten tussen Belgisch-Vlaanderen en de Franse Nederlanden. De papieren van zijn echtgenote vormen daarop een interessante aanvulling, tot 1961. Uiteraard hebben laatstgenoemde papieren betrekking op de naoorlogse periode, maar juist deze tijd kwam in de bestaande publikaties nog onvoldoende uit de verf. Ook andere archieven zijn van belang voor de contacten met Belgisch-Vlaanderen in de naoorlogse periode: de papieren Edward Corsmit, Jan Olsen en Antoon Van der Plaetse. Voor het bestuderen van enkele aspecten uit de oorlogsperiode beschikken we over de papieren Martha Van de Walle, voornamelijk haar correspondentie met Vital Celen. Heel interessant zijn de papieren Jean-Marie Perrot, omdat ze een beter licht kunnen werpen op de contacten die Gantois met de Bretoense beweging onderhield (1925-1943); in dit verband moet overigens ook zijn briefwisseling met Y. Foueré worden gezien (1956-1968). Andere interessante gegevens zijn terug te vinden in de papieren Roger Hervé (1954-1968); in correlatie hiermee moeten een aantal stukken worden gezien uit de papieren Heemstra, waarvan de originelen berusten in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam. Ook briefwisseling met andere Nederlanders vinden we in de A.F.N. bewaard: Willem Hoffman, Arnold Meijer en H.P. Schaap. Andere correspon- | |
[pagina 190]
| |
denten van Gantois waarvan hier originele brieven zijn bewaard zijn: L. Demey, mevrouw Dosfel, Pierre Favoreau, E. Leroy en G. Tack. Zoals vermeld, bevat het A.F.N. evenwel niet alleen documentatie die dienstig zou kunnen zijn voor een biografie van Jean-Marie Gantois. Zo vinden we hier ook correspondentie van priester Albert Wemaere, o.a. een kopieboek van brieven uit de periode 1912-1924, die ons inlichten over zijn werkzaamheden als ‘missionaire agricole’ en de stichting van landbouwsyndicaten in het arrondissement Duinkerke. Een volledige opsomming van alle andere originele archieven zou ons binnen dit bestek al te ver leiden. We beperken ons tot de o.i. meest interessante: diverse handschriften van Lodewijk De Baecker; allerhande handschriften van Camille Looten (o.a. een belangrijk fragment van een in 1916 gehouden lezing); dossiers m.b.t. Vital Celen, Emmanuel Looten en Jules Emmanuel Van den Driessche; een dossier m.b.t. de groep Pro Westlandia; allerhande drukwerken, knipsels en documentatie i.v.m. het Vlaams Verbond van Frankrijk, het ‘Institut Flamand de France’ en de Vlaamse Vriendenkring te Roubaix. Hiermee zijn we echter opnieuw bij de figuur van Jean-Marie Gantois beland. Van zijn eigen hand of in verband met hem wordt hier nog andere documentatie bewaard, die stricto sensu niet bij de eigenlijke briefwisseling kon worden gerangschikt: o.a. diverse kopieën en knipsels i.v.m. Frans-Vlaanderen overgemaakt door Dr. M. De Goeyse, waaronder ook briefwisseling met Gantois m.b.t. ‘Zender Rijsel’. Bijzonder interessant zijn lijsten van Belgische en Nederlandse abonnees van Le Lion de Flandre, De Torrewachter en Jeunes de Flandre, geannoteerd door Gantois. Tenslotte vermelden we allerhande knipsels en aantekeningen van Jean-Marie Gantois m.b.t. Zuid-Afrika (zijn sympathieën laten zich uiteraard raden) en een schriftelijk getuigenis van Jeanne van Damme uit Parijs. | |
2. SchaduwarchievenHet feit dat de stukken die onder dit hoofdstuk werden gerangschikt geen originelen zijn, doet uiteraard niets af aan | |
[pagina 191]
| |
Gantois op de begrafenis van Vital Celen in 1956.
hun informatieve waarde. Ook hier beperken we ons tot de o.i. meest interessante documenten. Zo lijken ons de papieren J. Salvat van wezenlijk belang, omdat ze informatie geven over de contacten van Gantois met de Occitaanse Beweging. Ook voor de studie van de naoorlogse periode is hier opnieuw belangrijk materiaal aanwezig: allerhande persknipsels i.v.m. het proces van het Vlaams Verbond van Frankrijk; het reeds eerder gepubliceerde Geestelijk testament van Gantois; de papieren Jan Klaas, de man die een vooraanstaande rol zou spelen in de pogingen om in de Franse Nederlanden een regionalistisch reveil tot stand te brengen; de papieren Bert Bijnens; de papieren Albert Deckmijn en last but not least de talrijke fotokopieën uit het archief Zannekin. Dit laatste archief bevat interessante briefwisseling handelend over de interne activiteiten van de vereniging Zannekin, haar verhouding tot het ‘Komitee voor Frans-Vlaanderen’ te Waregem en de uitgave van het tijdschrift Notre Flandre; hierin vinden we het bewijs van hoe de aanhang van Gantois gedurende zijn laatste levensjaren was verschraald tot een stelletje oubollige heren. Binnen dit hoofdstuk vinden we eveneens interessante gegevens in de papieren Marie-Thérèse de la Chapelle de Ternas, waarover ook reeds werd gepubliceerd; nog vrijwel onbekend maar erg boeiend is het hierin bewaarde dossier La Bailleuloise van 1939 met schrijnende bewijzen van de meningsverschillen binnen het Vlaams Verbond en de misverstanden die er het gevolg van waren. Tenslotte vermelden we dat reeds op een aantal plaatsen selecties werden uitgevoerd, waarbij werd gezocht naar archieven die verband houden met de regionalistische beweging in de | |
[pagina 192]
| |
Eerste pagina van een brief van Gantois aan J.M. Perrot.
| |
[pagina 193]
| |
Franse Nederlanden in brede zin: de ‘Archives Départementales du Nord’ te Rijsel (politierapporten en stukken i.v.m. het catechese-onderricht in de volkstaal); de ‘Service Historique de l'Etat-Major de l'Armée’ te Vincennes (rapporten uit de jaren 1918-1919); de ‘Ligue du Coin de Terre et du Foyer’ te Parijs (voornamelijk de briefwisseling Looten-Lemire, maar ook stukken i.v.m. Gantois); het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen (o.a. briefwisseling van Gantois, Looten en De Baecker en diverse stukken uit het archief Goossenaerts) en het archief van het Davidsfonds te Leuven (o.a. briefwisseling van Gantois en stukken i.v.m. Pro Westlandia en de Vlaamse Vriendenkring te Roubaix). Als laatste punt vermelden we nog dat bij de schaduwarchieven ook briefwisseling is bewaard van Gantois met Henri Caoussin, Mevr. E. Domela Nieuwenhuis-Nyegaard, Wies Moens, Cyriel Moeyaert en Gilbert van Ryckeghem. | |
3. DiversenHet Archief van de Franse Nederlanden bevat bovendien andere documentatie die ongetwijfeld heel wat belangstellenden zal boeien. In de eerste plaats is dat een verzameling dia's, waarbij vanzelfsprekend die afkomstig uit de Vaticaanse bibliotheek de meeste aandacht zullen trekken: het gaat om een Frans-Vlaamse vertaling van de hand van Desiderius Carnel, van de bulle Ineffabilis. Heel belangrijk, en vermoedelijk uniek, zijn een aantal geluidsbanden waarop enkele gesprekken met Jean-Marie Gantois werden geregistreerd. Andere geluidsbanden bevatten interviews die werden afgenomen door Dr. E. Defoort, de vroegere bibliothecaris van de campus te Kortrijk (Henri Caoussin, Edward Corsmit, Flor Grammens, Roger Hervé). Het hoeft geen betoog dat deze mondelinge getuigenissen als uiterst waardevol moeten worden bestempeld (ook al is de technische kwaliteit van de opnamen niet steeds opperbest!). Ook diverse oude handschriften en drukwerken zijn in het Archief van de Franse Nederlanden terug te vinden. Ze zijn niet alleen interessant voer voor historici, maar uiteraard ook voor filologen. Er zijn liedboeken, juridische traktaten, catechis- | |
[pagina 194]
| |
mussen e.d.m. Vooral enkele particuliere handschriften kunnen o.i. als interessant studiemateriaal worden beschouwd: een handschrift van landbouwer Martin Pierens uit Zuidpene (1888), een notitieboek van Michiel de Blonde uit Steene (midden 18e eeuw), een ‘Dictatiebouck’ van Benedictus Coudevijlle uit Aremboutscappel (1777) en tenslotte een handboek van Louis du Four uit Sint-Winoksbergen (1853-1854). Voor een gedetailleerd overzicht (met o.a. ook nog teksten van Rederijkers) verwijzen we uiteraard naar de inventaris. In een laatste hoofdstuk van deze inventaris werd tenslotte nog allerlei documentatie samengebracht. Een vergaarbak voor onbenullige prullen? Heel zeker niet! Zo is er o.a een merkwaardige verzameling fotokopieën van opdrachten in boeken aan Jean-Marie Gantois. Bijzonder nuttig is een lijst van schuilnamen die werden gebruikt door auteurs van artikelen in het tijdschrift Notre Flandre. Er is een verzameling van allerhande notities, artikelen of fotokopieën ervan m.b.t. de geschiedenis van de Franse Nederlanden, in het bijzonder betreffende de regionalistische beweging; er zijn zelfs schriftelijke reacties op vroeger verschenen bijdragen, die voor het nageslacht ongetwijfeld nuttig kunnen zijn.
* * *
Dit artikel zouden we graag beëindigen met een oproep. Talrijke personen en organisaties bezitten zonder enige twijfel nog archieven die de collectie van het A.F.N. zouden kunnen verrijken. Door het deponeren van hun stukken te Kortrijk (eventueel onder de vorm van kopie) zouden ze de wetenschap een enorme dienst bewijzen. Voorwaarden tot gebruik ervan kunnen in een rechtsgeldig contract worden vastgelegd. | |
[pagina 195]
| |
Résumé:Vu les passions que déchaînent encore de nos jours la vie et l'oeuvre de Jean-Marie Gantois (1904-1968), nous avons absolument besoin d'une biographie établie sur de bonnes bases scientifiques. Toutefois, il va de soi que l'éventuel biographe devrait, pour ce faire, pouvoir disposer du plus large éventail possible de documents. En juin 1969, l'antenne courtraisienne de l'Université Catholique de Louvain a acquis la bibliothèque de Gantois: c'est un indispensable instrument de travail pour tous ceux qui s'intéressent au mouvement régionaliste dans les Pays-Bas français. Pour faire de cette bibliothèque un centre d'études et de documentation digne de ce nom, on s'est également livré à la collecte d'archives. L'ensemble de ces archives ayant été inventariées, il est maintenant possible d'en ouvrir l'accès aux chercheurs. Elles ne se prêtent pas seulement à la rédaction d'une biographie de Gantois mais fournissent également matière à une foule d'études intéressantes. Le présent article offre un survol des richesses du fonds. Parmi les originaux, on peut mentionner: les papiers de Vital Celen, de madame Celen, d'Edward Corsmit, de Jan Olsen, d'Antoon van der Plaetse, de Martha van de Walle, de Jean-Marie Perrot, de Y. Fouéré, de Roger Hervé et la correspondance avec Willem Hoffman, Arnold Meijer et H.P. Schaap. On y rencontre aussi un intéressant recueil de copies de lettres de l'abbé Albert Wemaere (1912-1924). Il y a des manuscrits de Louis de Baecker et de Camille Looten; des dossiers sur Emmanuel Looten et Jules Emmanuel van den Driessche, Pro Westlandia, le Vlaams Verbond van Frankrijk, l'‘Institut Flamand de France’ et le Vlaamse Vriendenkring (amicale flamande) de Roubaix. On y trouve de la documentation sur radio-Lille, des listes d'abonnés aux journaux du Vlaams Verbond, toutes sortes de coupures de journaux rassemblées par Gantois (en particulier sur l'Afrique du Sud) etc. Parmi les archives conservées sous forme de photocopies, de microfilms ou de microfiches, mentionnons les papiers de J. Salvat, de J. Klaas, de B. Bijnens, d'A. Deckmijn et les archives de l'association Zannekin. Les papiers de Marie-Thérèse de la Chapelle de Ternas constituent également une mine de données intéressantes. Enfin, on a opéré des sélections dans les Archives Départementales du Nord à Lille, au Service Historique de l'Etat Major de l'Armée à Vincennes, à la Ligue du Coin de Terre et du Foyer à Paris, aux Archives et Musée de la Vie Culturelle Flamande à Anvers et dans les archives du Davidsfonds à Louvain. Les archives du B.F.N. comportent aussi une série de diapositives, et, entre autres, une traduction de la bulle Ineffabilis de la main d'un Flamand de France, Désiré Carnel. Importantes et sans doutes uniques sont un certain nombre de bandes de magnétophone portant des entretiens avec Jean-Marie Gantois. Mentionnons pour conclure, à côté de diverses autres documentations, des impressions anciennes et des manuscrits qui n'intéresseront pas seulement les historiens mais aussi les philologues.
(Traduit du néerlandais par Jacques Fermaut) |
|