Forum. Jaargang 4(1935)– [tijdschrift] Forum– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1204] [p. 1204] Bui in het Kanaal De zon een fusaïool van licht In amethysten wolkenbank, De kim van zware buien dicht, Verworgt een doffe donderklank. Het rhythmisch rillend golfgewemel Doorschulpt een zeevlak van ophiet, De violette onweershemel Bevlaagt blank-adrig het nephriet. De eb zuigt weg langs Michaëlsbergen, Ontsnapt de horens van de draak: De levensmoeden mogen sterven, Voor 't wassend water hen bewaak'. Sepia vlerken van twee visschers Bezeilen rotskust in de lij, Moderne nautische arithmanciërs Jagen een groote boot voorbij. Pardoens en stagen zijn het speeltuig, De sylphenschaar striemt tonen voort, En dissoneerend, luid en ruig, Huilt dreigend hun septiemaccoord. P. Verhoog Vorige Volgende