staan die aan
het kunstleven een heel anderen toon geeft dan toen de strijd tusschen modernen
en ‘pompiers’ op zijn vinnigst was. Zoodat wij thans merken dat meer dan een
jong beeldhouwer en schilder teruggrijpt naar de diepere levenselementen van
zijn kunst, zonder daarom afstand te doen van wat de felste en stoutste
experimenten hem leerden.
Men is het met P. Valery eens om die volonté de
nouveauté welke de laatste jaren beheerschte als een koorts, als een
ziekte te beschouwen. Wat hij in Choses tires daarover zegt
klopt volkomen met de critische houding die de ruwste revolutionairen thans
tegenover het nieuwe aannemen.
Nouveauté! Volonte de nouveauté.
Le nouveau est un de ces poisons excitants qui finissent
par être plus nécessaires que toute nourriture; dont il faut, une fois qu'ils
sont maîtres de nous, toujours augmenter la dose et la rendre mortelle à peine
de mort.
Il est étrange de s'attacher ainsi à la partie périssable
des choses, qui est exactement leur qualité d'être neuves.
Vous ne savez donc pas qu'il faut donner aux idées les
plus nouvelles je ne sais quel air d'être nobles, non hâtées, mais mûries; non
insolites, mais existantes depuis des siècles; et non faites et trouvées de ce
matin, mais seulement oubliées et retrouvées. Daarom is het humanisme
bescheiden en meldt het zich aan onder dekking van het gerieflijke ‘neo’.
De rustpoos die ons nu wordt gegund, dat opklaren van het menschelijk
gelaat in zijn duidelijkste expressie achter het kris-kras des extremismen, dit
otium waarin de ziel herademt van baldadig en dramatisch pogen, is een gezegend
oogenblik. Niemand weet of het lang duren zal, lang genoeg om eenige
kunstwerken te laten rijpen tot volledigheid, tot onafwendbare schoonheid, maar
het geeft ons althans de gelegenheid om onbevangen te spreken van enkele
kunstenaars die zonder brutaliteit hun wezen hebben bevestigd in werk dat mij
van beteekenis schijnt. Onder de jonge beeldhouwers in België lijkt mij Fern.
Debonnaires te behooren tot die enkelen die bij het experi-