Forum. Jaargang 4(1935)– [tijdschrift] Forum– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] Verlangen zonder Naam Achter den wentelenden waaier van mijn oogen spettert het vuurwerk van den dag, van morgenzon tot avondbrand. De straat waar 'k aarzelend begon te stappen, hol ik nu door; mijn armen zijn bogen waar ik mijzelf uit schiet, de verte tegemoet. Koetsen hobbelen voorbij, trage schepen varen langs de Leie en Schelde naar zee... Nooit zal bedaren mijn vaart, nooit getijloos schuiven mijn jagend bloed! De wereld draait verrukt, een blik vlamt op en dooft, een roode mond gaat open en is weer gesloten, een hand die mij zou houden heb ik weggestooten, mijn vrije sprong en kreet worden mij niet geroofd! De wolk springt met mij mee, de hemel roept mij tegen, ergens zijn voor mijn komst twee armen uitgespreid: als ik mij hijgend in dien schoot heb neergevleid zal hij van aarde en hemel, zon en sterren wegen! Herreman Vorige Volgende