De predikers en de slechte vrouw
De predikers kunnen de literatuur weer eens niet gerust laten, de
Slechte Vrouw die hun al zooveel leed bezorgd heeft, te beginnen met dien
Hendrik Conscience, dien zij hebben moeten verplichten
tot een gezuiverde uitgave van... Het Wonderjaar! En dan is er die Prosper van
Langendonck geweest. En daarna is die
Streuvels gekomen, een authentieke pornograaf, zooals
destijds zoo afdoende bewezen werd door den zeer eerweerden heer J. Jacobs,
toen hij schreef: ‘Met opzet brengt Streuvels het verhaal op zinnelijke dingen,
die hij beschrijft en nog beschrijft. Dit wordt hem zoo natuurlijk dat men bij
het lezen van den eersten regel eener bladzijde, reeds raden kan waar hij wil
op uitkomen. Eens dat die zinnelijke toestand beschreven is, breekt het verhaal
af, het stuk eindigt: Streuvels heeft zijn doel bereikt.’ En nog later
verscheen dan die
Timmermans met zijnen plat-epicuristischen Pallieter,
dien men ook al heeft moeten doen purgeeren en die er sindsdien wel wat bleeker
en minder doorvoed uitziet, maar toch nog altijd de geilheid op het aangezicht
draagt. En nu loopt ons vaderland vol van pornografen. Wij zullen hunne namen
niet noemen. Het volsta hier dat wij terloops wijzen op het bestaan van eenen
zekeren
Claes Ernest, wiens Personagiën op eenen doopdag ‘aan
eene natuurlijke behoefte voldoen’ gedurende zeven regels. Ziedaar den
verderfelijken invloed van de Slechte Vrouw.
Ja, de Slechte Vrouw moet periodiek gekastijd worden en duchtig;
maar dan moet men haar naderen met gesloten oogen en ook terwijl men ze
geeselt, houde een prediker de oogen gesloten, vanwege de verleiding van het
Vleesch.
Niet minder dan vier eerweerde Jezuïeten, geflankeerd door twee
veile knechten, zijn met eene eerste toepassing van eene reeks tuchtigingen
gelast. Vier geleerde en brave menschen, die zich met de hedendaagsche letteren
nooit bijster veel hebben ingelaten en juist daardoor sterk staan tegen de
verleidingen der Kwade. Zij wipteden plotseling naar voren, decreteerden
apodictisch en namens het katholicisme, met een zelfzekerheid
die iedereen onthutste, maakten rechtsomkeert en lieten een publiek achter dat
verbaasd stond te gapen en niet wist waar het het had. Je reinste
inkwisitie.
Nochtans heeft de Letterkunde met alle betere uitingen van den
menschelijken geest dit gemeen: om ze te begrijpen en naar waarde te
beoordeelen, moet men ze kennen en van dichtbij ernstig hebben bestudeerd. Een
diploma van ingenieur, tandarts, godgeleerde of chauffeur volstaat er niet
voor. Zelfs de specifieke toepassing van die bijzondere kennissen op de
letterkunde leidt tot valsche oordeelvellingen. Wanneer b.v. een romancier
meedeelt, dat bij zijn held de melktandjes uitvielen toen diens jongste zoon
trouwde, is dit tandheel-