Forum. Jaargang 3(1934)– [tijdschrift] Forum– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] Novembermiddag Onverschillig loop ik door de straat In de windstilte van den tragen regen. Drie natte blaren dwarrelen mij tegen Uit een boom die triest ter zijde staat. Ik vraag mij af, of ik de vrouw nog liefhad, Toen zij weigerde met mij te leven. Heb ik haar verraad niet grif vergeven, Woede veinzend die ik niet bezat? Zij ging heen, omdat het kind haar riep En een kinderstem kan nimmer sterven. Ik bleef achter, denkend dat het derven Van haar hart mijn vage droefheid schiep. Slaap en bijslaap, beide zwoer ik af In den wrevel van het eerst ontberen, Maar zou mij, in ernst, een smart verteren Als een boete en zelfgekozen straf? 't Stervend licht van den Novembermiddag Langs mijn voeten op de gladde steenen... Andren kunnen om mislukking weenen, Mij leert niets meer voor het hart ontzag. D.A.M. Binnendijk Vorige Volgende