schap van het ras (Hitler)
als de gemeenschap van de streek waar men geboren wordt en leeft (Wassermann)
zijn in bepaalde momenten onafwijsbare, reëele ervaringen voor de
persoonlijkheid; maar de man, die met zulke imponderabilia gaat fabelen,
bewijst al, dat hij dekking zoekt achter een fabel, een
dogma. Als Wassermann dus opstelt ‘drei Arten von biologischen
Charakterbildungen’ - ‘Mensch der Ebene, Mensch des Meeres und Mensch des
Gebirges’, dan heeft hij òf een enorme banaliteit verkocht òf Hitler zware
concurrentie aangedaan door een pseudo-wetenschappelijke formule; en helaas,
het blijkt duidelijk, dat het laatste het geval is. Wassermann motiveert deze
nieuwe ‘wetenschap’, die hem tegen het rassensprookje moet verdedigen, nl. met
niet minder dan ‘das Magisch-Tellurische, das hier wirksam ist’! ‘Es ist eine
ganz andre Art der Augeneinstellung, die der Mensch der Ebene und des Meeres
hat als der des Gebirges. Sein Blick hebt sich horizontal aus, der des anderen
vertikal.’ Alweer: onsterfelijk banaal, of zwendel, die het Derde Rijk zelfs
nog slaat; zoolang de bergbewoner niet scheel kijkt, als hij in de
Wieringerwaard moet leven, zoolang geloof ik niet aan de sprookjes van Jakob
Wassermann en zijn ‘magisch-tellurische’ oerkrachten; zij zijn althans niet
overtuigender dan de goddelijke privileges van den Ariër bij Hitler.
Wie de onlangs verschenen Selbstbetrachtungen van
Wassermann gelezen heeft, weet, dat hij het kunstenaarsleven als een
afgrijselijk zware verantwoordelijkheid voelt; humor tegenover de kunst zoekt
men bij dezen zwoegenden Alpenbewoner vergeefs; hij is een uitgeholde
Dostojewski, die juist alles mist, waardoor deze een ‘europeesch’ schrijver
was. De mystiek zit hem zoo in het bloed, dat hij ook van het schrijven een
vorm van mystiek heeft gemaakt; het verstand stond hem daarbij in den weg,
zoodat naar hij zelf zegt, ‘(ihm) alles im Leben jämmerlich misslingt, was er
durch den Intellekt allein fördern oder erreichen will.’ Wassermann is het
typische voorbeeld van den auteur, die in alles onmiddellijk het
‘Ueberindividuelle’, het symbool, de werkelijkheid ‘achter de dingen’ wil
opsporen