Forum. Jaargang 1(1932)– [tijdschrift] Forum– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 290] [p. 290] Liedjes in den Volkstoon I ‘Die Dichter mögen von Amts wegen ruhig krepieren.’ Walter Gutkelch Ik kan alleen in steden leven Te midden van de warme drom; Ik moet van dichtbij zien hoe stom De Heeren zijn en hoe ze beven. Want ze zijn bang en liggen plat Als dubbeltjes voor God en Satan. Zoek uit maar, hierzoo: de oude Nathan En Monseigneur, 't is één pot nat. Het bed, de buik, de tirannie, Dat zijn bij dag en nacht hun zorgen; Ze zijn vandaag precies als morgen: Beginselvast, Jan Companjie! Ze staan vroeg op om te gaan stelen Want stelen is des levens doel, Maar.... met decorum en gevoel, Vandaar de kerken en bordeelen. En, god zij dank, gevangenissen, Want de ezel die zich snappen laat Is een gevaar voor iedre staat: De Smeris kan zich nooit vergissen. De Goede Burgers zijn habiel En innig met elkaar verbonden; Maar dichters en verlaten honden Moeten sito naar het asyl. [pagina 291] [p. 291] II Hoe donzig is het divanbed! God zegene de zekerheden: Wij worden hemelrijp en vet Door bockbier, hutspot en gebeden. 'k Zou ook veel liever willen leven Zooals mijne ouders, ooms en neven: Pedant, welvarend en conform Aan onze oudvaderlandsche norm. Een stille baan, wat kapitaal, Een bridgeclub met de bittermakkers, En dan maar rustig en brutaal Afgeven op de krentenkakkers. 'k Zou ook veel liever willen leven Voor klaveraas en hartenzeven; - Want zonder Packard met chauffeur Hoort men niet tot de finefleur. Een man van zeden twijfelt nooit: Hij wéét dat God voor hèm deze aarde In 't spel der sterren heeft gegooid En met welwillendheid bewaarde. 'k Zou ook veel liever willen leven Tevreden met wat werd gegeven En in de illuzie dat het hier Is ingericht voor mìjn plezier. Natuurlijk komt altijd het end, Hetgeen ook goed geregeld is: Notaris heeft het testament En Jezus de vergiffenis. 'k Zou ook veel liever willen sterven Om daarmee 't Koninkrijk te beërven, Maar, lacy, dichters zonder geld Krepeeren en gaan naar de belt. J. Greshoff Vorige Volgende