Anne van Buul
Een stilletje, een kriel en een pot vol blomme
Over De huisgenoten van Sarah Waters
Ik wist te veel voor ik dit boek ging lezen. Ik kende bijvoorbeeld de eerdere romans van Sarah Waters en wist dat lesbische relaties daarin een prominente rol spelen. Ook had ik op bibliotheek. nl/welkboek wat schuifjes verzet om me een boek te laten aanraden, en daarbij een van die schuifjes op ‘een beetje seks’ gezet (ergens tussen 5 en 8 op een schaal van 10). Toen kwam De huisgenoten boven drijven. En wat ik ook niet had moeten doen, was vooraf de verantwoording achter in het boek lezen. Daarin noemt Waters namelijk een aantal boektitels die verraden wat er in het boek staat te gebeuren... Mocht u dat ook niet willen weten, dan raad ik u aan niet verder te lezen.
Ik had dus verwachtingen, te veel verwachtingen. Want dan lees je vijftig, honderd, tweehonderd pagina's, en als dan nóg niet is gebeurd wat je denkt dat gaat gebeuren, word je ongeduldig, ook al zit die lange aanloop misschien wel ingebakken in Waters dickensiaanse manier van vertellen - een grootheid met wie zij niet zelden wordt vergeleken - en had ik dus ook die kunnen verwachten.
En dan heb ik het nog niet over de vertaling gehad. Want ook het feit dat het boek door drie vertalers is vertaald, schept bepaalde verwachtingen. De uitgever zal wel haast hebben willen maken met de vertaling om zoveel mogelijk geld te kunnen verdienen aan deze (potentiële) bestseller. Maarten Steenmeijer schrijft in zijn boek Schrijven als een ander over groepsvertalingen:
Eén vertaler kan de klus godsonmogelijk in een paar weken klaren. Daarom worden er meerdere vertalers ingezet, die niet alleen veel meer haast hebben dan goed is voor hun tekst, maar die ieder ook nog eens een eigen stijl hebben. De vertaling is het kind van de rekening. (Steenmeijer 2015: 157)
Ik verwachtte dat ik in De huisgenoten stijlverschillen zou ontdekken die zouden verraden hoe de tekst over de drie vertalers was verdeeld, dat ik inconsequenties zou vinden als gevolg van die verdeling en dat er slordigheden in het boek zouden staan als gevolg van de snelheid waarmee vertaald moest worden. Inderdaad, ik was bevooroordeeld.
En toch heeft De huisgenoten mij aangenaam verrast. Niet alleen het verhaal, maar ook de vertaling. Op een gegeven moment neemt het boek een onverwachte wending. Na tweehonderd pagina's krijgen de twee geliefden elkaar en komt dat ‘beetje seks’ waar je op zat te wachten. Daarna vraag je je af wat er verder nog zal gebeuren. Maar op het moment dat het verhaal dreigt te verzanden en alleen nog draait om de vraag hoe de geliefden samen kunnen zijn en blijven, wordt er zomaar ineens een moord gepleegd. Zo plotseling en onverwacht is het. En in die cruciale, ultraspannende passage had ik geen moment het idee dat ik een vertaling las.
Op de website boekvertalers.nl hebben de drie vertalers van De huisgenoten, Nico Groen, Sjaak de Jong en Marijke Versluys - alle drie ervaren vertalers, van wie Versluys en Groen al eerder samen een roman vertaalden - bij verschijning van de