| |
[Van de redactie]
Nu het theater er is
Nadat de Jaarvergadering op 20 Juli j.l. ons volmacht gegeven had, een contractueele verbintenis aan te gaan met eenige personen, die zich ten doel stelden, het eerste avantgardetheater in Nederland te exploiteeren, heeft het wel en wee der Filmliga in de afgeloopen maanden afgehangen van de vorderingen, die door genoemde personen ten aanzien van het tot stand komen hunner plannen werden gemaakt. Op het feit, dat deze eerst thans, einde October, hun beslag gekregen hebben, heeft de Filmliga - ten overvloede de moeilijkheden kennende, waarmee genoemde groep te kampen had - geenerlei invloed kunnen uitoefenen. Thans echter zijn wij zoover, dat wij U mededeeling kunnen doen van de stichting van het Theater ‘De Uitkijk’, gelegen aan de Prinsengracht bij de Leidschestraat te Amsterdam (voorheen City-Bioscope).
| |
Theater ‘de uitkijk’
Dit Theater, onder leiding van den heer Ed. Pelster, zal zich onledig houden met het exploiteeren van moderne films in den ruimen zin van het woord op een basis, die finantieel geheel onafhankelijk is van de Nederlandsche Filmliga. Wij hebben geen vrijheid gevonden, in verband met den opzet onzer vereeniging en hare ontwikkeling in de afgeloopen twee jaren, om ons in deze onderneming qua talis te interesseeren. Wij hebben echter een contract met dit theater aangegaan, dat bepaalt, dat de Nederlandsche Filmliga op een wijze als tot dusverre geschied is, de volledige vrijheid bezit tot het opstellen van 8 bizondere Liga-programma's binnen de reeks door dit theater te geven voorstellingen. Afgevaardigden der afdeelingen en hoofdbestuur kiezen de te vertoonen films; deze films worden in besloten voorstelling, voorafgaande aan eventueel publieke vertooning, voor de Amsterdamsche Liga gereserveerd en daarna, door middel van een aan het Theater verbonden uitzendbureau over de landelijke afdeelingen gedistribueerd.
Daar er in de onderlinge finantieele verhoudingen der Nederlandsche Liga, behoudens het feit dat de prijs der programma's iets goedkooper is geworden, niets verandert, genieten de afdeelingen buiten Amsterdam van de contractueele verhouding met genoemd Theater de volgende voordeelen:
| |
| |
[108]
a. betere films, waaraan wij een vorig jaar niet konden denken, kunnen door de exploitatie te Amsterdam, binnenslands gehaald worden;
b. de uitzending via het Theaterbureau waarborgt vlottere en accuratere rouleering dan onze eigen improvisatorische organisatie dat tot nog toe vermocht.
Wij zijn, in het belang der afdeelingen zelf, niet ingegaan op de voorstellen tot reductie aan onze leden bij de openbare voorstellingen te Amsterdam.
| |
Amsterdam en het theater
Wat Amsterdam betreft, er blijven acht voorstellingen in besloten kring. De waarde van het Amsterdamsche lidmaatschap lijkt ons door de in open exploitatie brengen van z.g. Liga-films niet verminderd, integendeel. Haar voordeelen zijn kort genomen de volgende:
a. het lidmaatschap der Liga, dat tot genoemde acht voorstellingen recht van vrijen toegang geeft, is belangrijk (33%) goedkooper dan het bezoeken van acht openbare voorstellingen naar vrije keuze;
b. de première der naderhand in het openbaar te vertoonen films blijft steeds voor Amsterdam gereserveerd;
WIJ GEVEN DIT BLAD UIT, MAAR OF WIJ HET U KUNNEN BLIJVEN UITGEVEN, STAAT AAN U
c. belangrijker echter is het feit, dat het streng gehandhaafd besloten karakter dezer 8 voorstellingen ons de mogelijkheid biedt, op een of meer dezer voorstellingen films te vertoonen, waarvan de openbare vertooning niet geoorloofd is, alsmede aan een of meer dezer voorstellingen bizondere kleur te verleenen door het uitnoodigen van filmregisseurs op de wijze als tot dusver is geschied, en door het invoegen van een of meer extranummers, waarvan de vertooning in het openbaar niet loonend zou zijn. Bovendien zullen deze 8 voorstellingen steeds een nagenoeg ‘open tribune’ zijn voor wat er in Nederland aan modern filmwerk tot stand wordt gebracht. De toestand in het Nederlandsche bioscoopleven is nog steeds van dien aard, dat aan de vrijheid, welke besloten voorstellingen boven openbare vertooningen genieten, geenszins denkbeeldige waarde moet worden toegekend.
De voordeelen, in het algemeen genomen, van het feit dat Amsterdam thans over een eigen avantgarde-theater beschikt, zijn de volgende:
a. | het feit, dat dit theater zich ten doel stelt, films in omloop te brengen, voor welker vertooning de Liga steeds op de bres heeft gestaan; |
b. | vroeger in het verband der Liga vertoonde films zullen opnieuw te zien zijn; |
c. | een aantal der in de besloten 8 voorstellingen vertoonde films zal men desgewenscht in de openbare vertooning kunnen herzien, al dan niet in gezelschap van personen, die men gaarne met het werk der Liga in kennis zou willen brengen. |
| |
Ons tijdschrift: een noodkreet!
Zoo gezien is de eenige factor, die in de verdrukking komt, ons tijdschrift. Het theater vraagt zijn eigen programma. Voor zoover dit programma identiek is met de Liga-voorstelling zal dat op nader te regelen voorwaarden voor de afdeelingen los beschikbaar zijn. Ons tijdschrift ziet zich echter in de onmogelijkheid geplaatst om - als tot dusverre - de taak der programma's te vervangen.
Wij meenen echter te mogen constateeren, dat de voornaamste waarde, die aan dit Tijdschrift voor zelfstandige filmkunst wordt toegekend, gelegen is in de onafhankelijke en critische besprekingen van wat voor den filmliefhebber van belang was. Het feit bovendien, dat uitteraard de in het Theaterverband te vertoonen Liga-films in dit blad vooraf gecommenteerd en geïllustreerd, en achterna op onafhankelijk-critische wijze besproken zullen worden, legt het verband met het programma vast. Tenslotte blijft het evenals tot dusverre het officieele orgaan der Nederlandsche Filmliga.
Ongeacht de waarschijnlijk moeilijker exploitatie van ons blad in het komende jaar hebben wij de abonnementsprijs niet verhoogd: zij bedraagt nog steeds één rijksdaalder (opgaven voor abonnement bij J. Clausen, St. Jansstraat 38-40, Amsterdam, Telefoon 40851). In het Theater zal dit blad ook als los nummer bij de programma's verkocht worden, terwijl de afdeelingen als tot dusverre over losse nummers ter verkoop kunnen beschikken.
Waar echter thans een deel van ons organisatorisch werk door het Theater is overgenomen, is dit Tijdschrift meer dan vroeger geworden het eenig orgaan, door middel waarvan wij voor de autonome, van Schmiere en vooroordeel gezuiverde film kunnen opkomen. De bloei der Filmliga heeft collectief verandering in onze organisatie geeischt. Dezelfde stand van zaken vraagt echter tevens om steun, steun en nog eens steun om het
| |
| |
[109]
zuiverste middel onzer propaganda in stand te houden en, met dien steun, uit te breiden.
Helpt dit Tijdschrift!
| |
Feiten
De onderhandelingen, die gevoerd moesten worden voor het Sesam open U kon worden uitgesproken, zijn oorzaak, dat ditmaal ons seizoen later dan ooit begint. Daartegenover kunnen wij U de mededeeling doen, dat wij zullen openen met een film, die wij reeds verleden jaar volgaarne aan U vertoond zou hebben, indien zij toen ook maar eenigszins binnen ons finantieel bereik had gelegen: Carl Th. Dreyer's ‘La Passion de St. Jeanne d'Arc’. De openingsvoorstellingen voor Amsterdam zijn hiervoor vastgesteld op 7 en 8 November a.s. Dit programma zal gecompleteerd worden met nieuw Nederlandsch werk, zoowel van Joris Ivens als van M.H.K. Franken, en voorts met een avantguerre-tegenstelling.
Tenslotte: al heeft de Nederlandsche Filmliga zoo weinig haar lot aan het bestaan van dit Theater verbonden, dat zij gemeend heeft contractueel het leveren van Filmliga-programma's te moeten bedingen onafhankelijk van den levensweg van dit Theater, onze moreele steun daartegenover verdient dit stellig en met kracht. Het feit, dat de Nederlandsche Filmliga haar doel thans voor een goed deel bereikt ziet, het feit, dat wij hiermede nog meer dan vroeger in het brandpunt van buitenlandsche belangstelling staan, brengt met zich mee, dat wij dit Theater, dat een ‘filmschouwburg’ wil zijn, naar vermogen moeten steunen, met waardeering en met onafhankelijke critiek. Dat de Nederlandsche Filmliga als zoodanig niet de verantwoordelijkheid voor de overige programma's, die daar vertoond worden, op zich kan nemen, neemt anderzijds niet weg, dat de leden afzonderlijk zich op vele wijzen kunnen uitspreken. Wenschen en opmerkingen worden gaarne gehoord, hetzij aan ons, hetzij aan het Theater rechtstreeks.
Het oprichten van dit Theater is, zelfs nadat de Filmliga den weg daartoe gebaand had, een groot waagstuk Het slagen daarvan is Uw eigen interesse. En voor alles: vergeet niet, dat het slagen van een Theater vrijwel onmiddellijk ih gunstigen zin terugslaat op de productie der avantgarde en op het enthousiasme in landen, waar het voorbeeld van Nederland met spanning en blijdschap wordt gevolgd.
| |
Addenda
Het Hoofdbestuur der Nederlandsche Filmliga meent vrijheid te hebben, na een daartoe vanwege het Theater gedaan verzoek, films die in den lijn der Liga liggen (oude Liga-films, betere bioskoopfilms etc.) een schriftelijke aanbeveling der Nederlandsche Liga te verleenen.
Over den (in vele opzichten verheugenden) stand onzer Nederlandsche productie verschijnt in het volgend nummer een interview.
Een nieuw prospectus voor het komende jaar is verschenen en gratis te bekomen bij J. Clausen, St. Jansstraat 38-40 Amsterdam.
Men gelieve goede nota te nemen van de adresen plaatsverandering van het algemeen informatieadres der Nederlandsche Filmliga, thans luidende: Dr. Menno ter Braak, Nieuwe Binnenweg 131, Rotterdam, Telefoon 33385. |
|